De last van de hypernerveuze samenleving
“Niemand scheen te merken dat hij, doordat hij tijd spaarde, in werkelijkheid iets heel anders spaarde. Niemand wilde bekennen dat zijn leven steeds armer, steeds gelijkvormiger en steeds kouder werd.”
Momo en de tijdspaarders, p. 79
In het kinderboek Momo en de tijdspaarders van Michael Ende lezen we hoe een veranderende samenleving de mentale volksgezondheid onder druk kan zetten. Momo is een bijzonder kind: ze kan luisteren als geen ander. Iedereen komt met problemen bij haar en het enige dat zij doet, is heel erg goed luisteren. Oneindig luisteren, zonder haast en zonder af te kappen. Als mensen bij Momo zijn geweest, komen ze blij terug. Maar op een dag komen er grijze heren, de tijdspaarders. Ze gaan bij iedereen langs die eigenlijk succesvoller wil zijn, zo ook bij de kapper. De grijze heren vertellen hem dat hij tijd moet sparen. De zorg voor zijn zieke moeder? Dat kan een professional wel overnemen! Een stille liefde? Zonde van de tijd! Knippen en ondertussen een praatje maken? Dat kan veel korter! En zo gaan de grijze heren langs alle mensen. Mensen worden rijker, werken harder en efficiënter, maar ze lachen niet meer. De mensen zijn somber. En niemand heeft meer tijd om bij Momo te komen. Kinderen die op straat speelden, verdwijnen in kinderbewaarhuizen, waar het spelen altijd moet bijdragen aan de cognitieve ontwikkeling. Alleen Momo ontkomt aan de grijze heren. Vastberaden om al haar vrienden te redden uit de klauwen van de tijdspaarders.
“De hypernerveuze samenleving raakt ons allemaal.”
Michael Ende maakte in 1975 een treffende analyse van de moderne samenleving. Een samenleving die ons niet altijd gelukkiger maakt. Ook de RVS constateert in dit advies dat maatschappelijke ontwikkelingen bijdragen aan de druk op de mentale volksgezondheid. We beschrijven in dit advies een hypernerveuze samenleving, die iedereen raakt. Onze werkomgeving, ons privéleven, het onderwijs, veel is gericht op optimalisatie van het individu, prestatie en dat alles in de hoogst mogelijke versnelling. Precies zoals Michael Ende dit beschreef in zijn kinderboek. In dit hoofdstuk laten we zien hoe structuren in de samenleving onze mentale gezondheid negatief beïnvloeden. Kortweg stellen we dat de hypernerveuze samenleving de mentale volksgezondheid onder druk zet. Hypernerveus verwijst hierbij naar de gespannen, rusteloze, gejaagde samenleving, waarbij je als individu continu ‘aan’ moeten staan.
De hypernerveuze samenleving
De hypernerveuze samenleving kenmerkt zich door drie maatschappelijke ontwikkelingen: geïnstitutionaliseerd individualisme, de zelfsturende prestatiesamenleving en belemmerende versnelling.

Deze ontwikkelingen volgen uit literatuuronderzoek en gesprekken met deskundigen. Hierbij hebben we ons vooral gericht op de vraag welke maatschappelijke ontwikkelingen een negatief effect hebben op de mentale volksgezondheid. We legden deze ontwikkelingen voor tijdens focusgroepen en een werkconferentie. Het bleek dat ze herkenbaar zijn voor professionals en (ervarings)deskundigen.
We beschrijven de drie ontwikkelingen afzonderlijk: wat ze precies inhouden, wat de relatie is met mentale gezondheid en we laten per ontwikkeling zowel positieve als negatieve kanten zien. Na de afzonderlijke beschrijvingen beargumenteren we dat deze ontwikkelingen samen de druk op de mentale volksgezondheid vergroten. Ze zijn te ver doorgeschoten en leiden daarmee tot een hypernerveuze samenleving. Tot slot laten we zien hoe die hypernervositeit in onze samenleving zit ingebakken. Dit doen we aan de hand van de thema’s leren, werken en zorgen. In de leeswijzer staat beschreven waarom we deze thema’s hebben gekozen.
Geïnstitutionaliseerd individualisme
Veel gesprekspartners stellen dat individualisering een negatieve invloed heeft op de mentale gezondheid. Individualisering kan gezien worden als het maatschappelijke proces waarbij de nadruk steeds meer ligt op het ‘ik’ en steeds minder op het ‘wij’.noot 36 We zien dit in een veranderende nadruk op individuele waarden en in een veranderende verbondenheid tussen mensen.
Onderzoek laat zien dat in Nederland individuele waarden, zoals vrijheid en autonomie, steeds dominanter zijn geworden.noot 37 Dit ging hand in hand met een ander soort verbondenheid. Groepsverbanden werden steeds losser. In de loop van de jaren zestig van de vorige eeuw nam de verzuiling af en de ontkerkelijking toe, maar er speelde meer. In de jaren zeventig en tachtig veranderde ook de kijk op werk: dit werd individueler.noot 38 Het kostwinnersmodel maakte, mede door de stijging van de arbeidsparticipatie van vrouwen, langzaamaan plaats voor een anderhalfverdieners- of tweeverdienersmodel en een meer geïndividualiseerd arbeids- en belastingrecht.noot 39 In deze zelfde tijd ontstonden steeds meer sociale voorzieningen, waardoor mensen minder afhankelijk werden van naasten.noot 40 Er kwam steeds meer ruimte voor individuele waarden.
Tegenwoordig lijken de keuzemogelijkheden tot welke groep je wil behoren eindeloos. Mensen kiezen met wie en wanneer ze zich verbinden en kunnen aan meerdere groepen tegelijk verbonden zijn. Denk hierbij aan collega’s, buren, de voetbalvereniging, online gemeenschappen, maar ook de ouders van de school van de kinderen. De verbintenissen zijn ook losser, minder definitief. Als je bijvoorbeeld je draai niet vindt bij de voetbalvereniging zoek je een nieuwe vereniging. Ook blijven mensen steeds minder lang bij dezelfde werkgever. Er zijn “lichte” gemeenschappen ontstaan.noot 41 Hiervan kun je zonder al te veel gedoe loskomen.noot 42
Positieve en negatieve kanten
Dat individualistische waarden steeds belangrijker zijn geworden, heeft zowel positieve als negatieve kanten. Waarden als autonomie en keuzevrijheid zijn drijvende krachten van emancipatiebewegingen, zoals de strijd om gendergelijkheid die nu nog steeds wordt gevoerd.noot 43 Er is ook een directe relatie tussen mentale gezondheid en het ervaren van autonomie, bijvoorbeeld in werk. Ervaren autonomie draagt bij aan werkplezier en mentaal welbevinden.noot 44 Ook de verandering van sociale relaties door de tijd heen heeft positieve effecten. Zo zijn lichte gemeenschappen inclusiever, is er meer ruimte voor verschil en is het eenvoudiger om eruit te stappen als de gemeenschap beknellend wordt.
Individualisering heeft echter ook negatieve kanten. Het wordt in verband gebracht met egocentrisme en het vooropstellen van het eigen belang.noot 45 Het gebrek aan gemeenschapsgevoel en verdergaande individualisering wordt aangehaald als reden dat mensen die afwijken in gedrag niet meer in een woonwijk kunnen wonen. Iemand die afwijkt in gedrag wordt snel gezien als overlastgever en niet als iemand waar de gemeenschap ook een verantwoordelijkheid voor heeft. Professionele hulpverlening wordt dan ingeschakeld.
Bovendien gaat de nadruk op het individu ook gepaard met een nadruk op individuele verantwoordelijkheid, waarbij het idee bestaat dat mensen hun positie in de samenleving vooral aan zichzelf te danken hebben.noot 46 Deze nadruk heeft een negatief effect op de mentale gezondheid. Als mensen niet meer de controle hebben over hun eigen geluk of over de wereld om hen heen, en de autonomie van de mensen onder druk staat, kan dit leiden tot angsten en depressie.noot 47 Het probleem is echter niet de aflatende autonomie van deze mensen, maar wel de illusie dat ze zelf hun eigen leven kunnen vormgeven.noot 48 Als het normale vernauwd en tot een abnormaal streven verwordt, vallen mensen vanzelf uit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist angsten en depressie de meest voorkomende mentale problemen zijn.noot 49
Bovendien kan individualisering bijdragen aan identiteitsverlies.noot 50 We ontlenen onze identiteit aan groepen. Als die groepen steeds minder duidelijk zijn, en de nadruk continu op het individu ligt, dan kan identiteit onder druk komen te staan.noot 51 Ook de toename van eenzaamheid kan in verband worden gebracht met individualisering. Niet alleen groeit het aantal eenpersoonshuishoudens.noot 52 De lichtere gemeenschappen waar mensen deel van uitmaken bieden niet altijd de mogelijkheid van emotionele verbinding. De contacten zijn vluchtiger.noot 53 En dat terwijl sociale contacten bijdragen aan een gevoel van geluk. Mensen die dagelijks contact hebben met familie of vrienden zijn gelukkiger: 87-90% van hen geeft aan gelukkig te zijn met diens leven. Van de mensen die hun familie of vrienden zelden of nooit spreken geeft 53-70% aan gelukkig te zijn. Het aandeel van jongeren tussen de 15 en 25 jaar dat dagelijks contact heeft met vrienden of kennissen is afgenomen van 78% in 2012 naar 67% in 2024.noot 54
We doen steeds meer dingen alleen
Individualisering blijkt niet alleen uit het feit dat we vaak op ons individuele kunnen worden aangesproken. We kunnen ook stellen dat mensen steeds meer dingen alleen doen.
- We wonen vaker alleen. Het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt. In 1971 was 17,1% van de huishoudens een eenpersoonshuishouden en in 2025 was dat 40,3%. De Staatscommissie voor Demografische Ontwikkelingen verwacht dat dit de komende 10 jaar nog verder stijgt.noot 55
- We werken steeds vaker alleen. In Nederland zijn we, vergeleken met andere Europese landen, koploper in thuiswerken: meer dan 50% van alle werkenden werkt soms of meestal thuis. Dit is de afgelopen jaren toegenomen.noot 56
- We zoeken steeds meer zelfhulp. In de ranglijst van 60 meest verkochte boeken in 2022 stond een record van 12 zelfhulpboeken.noot 57 Veel van deze boeken gaan erover hoe je succes kunt nastreven in het leven, of dat nu op het werk of in het privéleven is. Als je maar hard genoeg werkt, en het graag genoeg wil, dan kom je er wel. We schakelen dus niet alleen meer professionele hulp in, ook meer zelfhulp.
Individualisme is geïnstitutionaliseerd
Individuele waarden zoals autonomie, zelfontplooiing en zelfontwikkeling zijn dus niet alleen waarden die mensen zelf belangrijk vinden. Deze waarden zijn ook goed zichtbaar in organisaties, beleid en voorwaarden voor voorzieningen. We noemen ze daarom geïnstitutionaliseerd. Zo wordt zorg standaard geleverd aan het individu (en is er een individuele indicatie voor nodig) en worden onderwijsprogramma’s steeds meer afgestemd op de wensen en prestaties van het individu. In het onderwijs is de dominantie van het meritocratisch ideaal in deze belangrijk.noot 58 In een meritocratie wordt je positie in de samenleving bepaald door individuele verdienste, niet door waar je geboren wordt. Deze nadruk op het individu heeft – zoals we aangaven – zowel positieve als negatieve kanten.
Geïnstitutionaliseerd individualisme betekent dat instituties zich richten op het individu en dat individuele waarden centraal staan bij beleid en uitvoering.
Zelfsturende prestatiesamenleving
De prestatiesamenleving wordt vaak genoemd als dieperliggende maatschappelijke oorzaak van mentale problemen, vooral (maar zeker niet alleen) van jongeren. Hoewel deze prestatiedruk voor meiden meer dan voor jongens een probleem is, zien we de ervaren druk in beide groepen stijgen. Gaf in 2005 20% van de meiden aan dat ze (nogal) veel druk ervaren, in 2021 steeg dit tot 52%.noot 59 Onder jongens gaat het om een stijging van 18% in 2005 naar 38% in 2021.noot 60
“In de prestatiesamenleving kan het altijd beter.”
In de prestatiesamenleving kan het altijd beter.noot 61 Dit hangt wederom samen met het meritocratisch ideaal, waarbij niet je geboorte maar je verdienste je positie in de samenleving bepaalt. Het idee is hierbij dat mensen succes aan zichzelf te danken hebben. Daarmee is het dus ook hun eigen schuld als het niet lukt. Het is dus zaak om zo goed mogelijk te presteren.noot 62
De laatste twintig jaar is de druk om te presteren toegenomen.noot 63 Prestaties op het gebied van school, werk en sociale relaties worden gevangen in meetbare uitkomsten. Zo zijn betere cijfers op school, in meer vakken eindexamen doen en veel likes en vrienden op social media meetbaar en wordt dit gezien als een eigen verdienste. Net als zo snel mogelijk, zo veel mogelijk geld verdienen. Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs dat prestatiedruk ervaart, is gestegen van 16% in 2001 naar 47% in 2021.noot 64 Ziekteverzuim als gevolg van overspannenheid en burn-out zijn sinds 2014 met 44% toegenomen en onder de groep tot 45 jaar zelfsmet 58-96%.noot 65
Mensen ervaren ook druk om de goede keuze te maken. Op het gebied van werk bijvoorbeeld, zien we dat dit ten opzichte van de jaren zestig van de vorige eeuw veel belangrijker is voor de eigenwaarde. Werk moet vreugde geven en ruimte laten voor vrije tijd – en dat betekent ook dat werk niet ten koste mag gaan van het gezin, van kinderen of van sociale relaties.noot 66 Op alle terreinen moet geëxcelleerd worden. Dan voelt het niet voldoen aan de hoge eisen, in een samenleving waar je als individu je eigen succes bepaalt, al snel als individueel falen. Dit kan leiden tot een verlies van status én eigenwaarde.
In onze prestatiesamenleving, komt druk uit meerdere hoeken tegelijk. De druk die voortkomt uit het combineren van werken en zorgen wordt ‘combinatiedruk’ genoemd.noot 67 Er is ook druk op ouderen, mensen met een beperking en iedereen die hulp nodig heeft om zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk te zijn. Er is druk op ons allemaal om zo gezond mogelijk te eten en voldoende te bewegen én om altijd en overal “herinneringen te maken”.

Positieve en negatieve kanten
Natuurlijk is er niets mis met prestaties. Uit presteren in zichzelf kan plezier worden gehaald en de uitkomsten van prestaties dragen bij aan gevoelens van trots, vreugde, hoop en dankbaarheid.noot 68 De wil om te presteren kan ook motiveren en stimuleren. De wil om te presteren is zelfs essentieel in het samenleven met anderen: het zet motivatie om in acties, om ook echt tot de gewenste uitkomst te komen. De drang om prestaties te leveren, kan mensen helpen om veranderingen op gang te brengen, zoals gezonder gaan leven. Het kan ook helpen om te komen tot innovatie.
De keerzijde is dat presteren altijd meer en beter kan. De sterke focus op prestaties heeft geleid tot een samenleving waarin de illusie heerst dat alles mogelijk is. Er zit geen rem op. Totdat mensen erbij neervallen. In het Japans is er zelfs een woord voor dood door overwerk: karoshi. In Nederland is de nadruk op prestaties en output bij sommige organisaties zo belangrijk dat er openlijk lijsten worden gepubliceerd met de medewerkers die de beste prestaties hebben geleverd.
In het onderwijs heeft het geleid tot diploma-inflatie: er zijn steeds meer mensen met een academische opleiding, waardoor de waarde van die diploma’s is afgenomen. Dit verhoogt de druk om binnen die opleiding de hoogste cijfers te halen of om in twee of meer studierichtingen af te studeren. Op die manier kunnen mensen zich blijven onderscheiden van de rest. Het leidt er ook toe dat de waardering voor mbo-onderwijs lager is dan voor hbo en wo. Niet alle prestaties worden dus gelijk gewaardeerd. MBO geschoold werk wordt niet alleen ondergewaardeerd, maar ook slechter betaald. Dit ondanks het enorme tekort aan MBO geschoold personeel. Als de nadruk op prestaties te groot wordt, kan prestatiedrang ongezond worden en leiden tot stress en andere mentale en ook fysieke problemen.noot 69
Dat die waardering voor prestaties niet gelijk is, zien we ook in de eenzijdige focus op productieve tijd. De tijd die we hebben, lijkt er vooral te zijn om dingen te ‘produceren’. Een mooi verhaal voor likes, zoveel mogelijk pakketten bezorgen in zo kort mogelijke tijd, en in het onderwijs is de tijd voor docenten om hun lessen voor te kunnen bereiden zeer beperkt, laat staan dat er nog tijd is om gewoon een gezellig praatje te maken met ouders of studenten. Van Putten, lector ‘bezieling & professionaliteit’, spreekt naast productieve tijd ook over vervulde en lege tijd.noot 70 Op deze twee termen komen we later terug. Van Putten beschrijft hoe ons werk bijna volledig is gericht op productieve tijd. Daarnaast zijn er ten tijde van de industriële revolutie ook grote stappen gezet met efficiëntie. Een doorgeslagen nadruk op productiviteit, waar mensen als zo efficiënt mogelijk werkende machines worden ingezet, zet de mentale gezondheid onder druk. Het levert stress op. Waarbij prestaties van werknemers en bedrijven soms vernauwd worden tot enkel de productiviteit.
Wij zien dat deze drang naar het produceren van prestaties ook is doorgedrongen in andere delen van het leven. Denk aan het maken van instawaardige content in je vrije tijd. Prestaties moeten immers wel zichtbaar zijn en gemeten worden. De ontsporing van productieve tijd beperkt zich dus niet enkel tot de context van het werk.
Prestatiesamenleving is zelfsturend
De druk om het beste uit jezelf te halen komt van vele kanten, zoals het onderwijs en overheidsbeleid. Hoewel prestaties een belangrijk onderdeel vormen van het onderwijs, gaat het om veel meer dan “de beste versie van jezelf worden”. Onderwijs gaat ook over burgerschap, kunnen samenwerken, maatschappelijke betrokkenheid en zingeving. Deze zaken worden echter overschaduwd door individuele cognitieve meetbare prestaties.noot 71 De cijfers die worden geproduceerd. Kortom, mensen worden overal aangesproken en gemotiveerd om harder te lopen. Op alle terreinen in het leven.
“Mensen drijven zichzelf tot steeds verdergaande prestaties, al dan niet met behulp van zelfhulpboeken en influencers.”
Om iedereen optimaal te laten presteren, wordt er steeds minder gebruik gemaakt van geboden of verboden, maar steeds meer van motivatietechnieken.noot 72 Mensen worden aangesproken op hun eigen kunnen en eigen verantwoordelijkheid. Als mensen niet alle kansen grijpen, hebben ze dit vooral zelf laten liggen.
Prestatiedruk komt niet alleen van buiten, mensen leggen die ook zichzelf op. Studenten geven aan dat de prestatiedruk uit henzelf komt (35%), meer nog van vanuit anderen (23%).noot 73 Mensen drijven zichzelf tot steeds verdergaande prestaties, al dan niet met behulp van zelfhulpboeken en influencers. Omdat de prestatiesamenleving niet alleen buiten onszelf ligt, maar we de druk om altijd en overal te presteren ook geïnternaliseerd hebben, spreken wij over de zelfsturende prestatiesamenleving.
Daarmee is de prestatiesamenleving een samenleving waarin inzet en vermogen om iets te kunnen presteren centraal staan. Daarmee worden prestaties ook de bevestiging van de ideologie van meritocratie.noot 74
De zelfsturende prestatiesamenleving is een samenleving waarin alles gericht is op het behalen van (onhaalbare) prestaties en waarin mensen zich de drang hebben eigen gemaakt om het uiterste uit zichzelf te halen.
Wreed optimisme
De literatuur over de prestatiesamenleving wijst regelmatig op het dwingende karakter van een positieve mindset. Het idee dat mensen alles kunnen bereiken, als ze maar positief zijn. Dit positieve verhaal zien we niet alleen terug bij zaken waar mensen in zekere mate grip op hebben, zoals in de sportwereld. Ehrenreich beschrijft in haar boek, met de veelzeggende titel Smile or die, hoe zij als borstkankerpatiënt geconfronteerd werd met het idee dat ze de kanker kon ‘overwinnen’ en dat positiviteit hierbij de sleutel was.noot 75 Een kritiek op dit positieve denken, is dat het sterk gericht is op individuele prestaties en suggereert dat zowel succes als falen vooral aan het individu toe te schrijven is. Ook wanneer je hier als individu geen invloed op hebt.
De keerzijde van het altijd positief moeten zijn is door cultuurwetenschapper Berlant ook wel gevangen in de term ‘wreed optimisme’.noot 76 Het altijd optimistisch en positief moeten zijn, ook bij miserabele omstandigheden, zoals bij kankerpatiënten of de slachtoffers van het toeslagenschandaal, is wreed. Het legt druk bij deze mensen en wekt de illusie dat zij zelf de situatie de baas kunnen worden door een positieve grondhouding.
Andere wetenschappers zoals de filosoof Han spreekt zelfs van positief geweld. Waar negatief geweld uitgaat van geboden en verboden, gaat positief geweld uit van activatie en motivatie. Han gebruikt de term geweld vanwege het indringende en onontkoombare karakter. Het leidt volgens Han niet tot fysieke schade, maar wel tot mentale schade. Positief geweld zit diep in de samenleving verankerd. Motiveren en activeren komt niet alleen vanuit de overheid, maar juist ook van vrienden, familie, coaches. Het leidt daarmee volgens Han tot zelfdwang. Positief geweld is dus een vorm van sturing van mensen, waarbij de illusie van individuele keuzevrijheid gebruikt wordt om het individu optimaal te laten presteren.noot 77
Belemmerende versnelling
Iedereen kent het gevoel van haast. Dat kan gaan van het niet toekomen aan het betalen van rekeningen of het huishouden tot het niet toekomen aan vrienden, familie of sport. Er lijkt sprake te zijn van een chronisch tijdsgebrek. Socioloog Rosa spreekt in dit verband van het ‘leven in tijden van versnelling’. Deze versnelling ziet hij op heel veel terreinen en als onontkoombaar. Die versnelling gaat gepaard met druk op de mentale gezondheid.
Ons leven is doordrongen van versnellingen. In één dag kunnen we veel meer doen dan decennia terug. Het meest zichtbaar is wellicht de technische versnelling. De introductie van de auto, trein, wasmachine en het internet hebben ervoor gezorgd dat we veel meer kunnen doen in minder tijd. Zo is reizen voor steeds meer mensen ook een moment om te werken geworden.
Als gevolg van versnelling zijn bedrijven, organisaties en overheden steeds minder stabiel geworden. Een bedrijf dat in de huidige tijd wil overleven, moet constant vernieuwen en innoveren. Een dynamisch bedrijf wordt beter gewaardeerd dan een stabiel bedrijf.noot 78 Een flexibele arbeidsmarkt en werk waarbij mensen altijd bereikbaar moeten zijn om snel te kunnen schakelen, passen hierbij. Terwijl dit juist ook wordt genoemd als een van de maatschappelijke oorzaken van een burn-out.noot 79 Mensen kunnen niet meer ‘uit’ staan. Ook worden werknemers gestimuleerd om na een aantal jaar een nieuwe stap in hun carrière te maken. Vroeger werkten mensen vaker hun hele leven voor dezelfde werkgever, waardoor ze in de loop der tijd specialisten of allround generalisten werden in het bedrijf. De nieuwe generatie werkt minder lang voor hetzelfde bedrijf.noot 80 Dat past bij de maatschappelijke versnelling.

Positieve en negatieve kanten
Versnelling komt vaak voort uit de drang naar groei en efficiëntie. In andere woorden, er ligt een nadruk op productieve tijd, zeker in het werk. Dit is de tijd die gebruikt wordt om productie te draaien en output te leveren. Dit kan gaan van lesgeven in het onderwijs tot alle vakkenvullen in de supermarkt. Hierbij komen vervulde tijd (de tijd dat je het gevoel hebt dat je werk ertoe doet) en lege tijd (de tijd dat je niets doet) in het gedrang. In hoofdstuk 4 komen we terug op de waarden van deze typen tijd.
Vanuit economisch perspectief helpt versnelling en de nadruk op productieve tijd de samenleving vooruit. Sneller en efficiënter produceren of diensten leveren draagt bij aan economische groei. Versnelling heeft in potentie ook tijdswinst tot gevolg. Tijd die we zouden kunnen gebruiken om te reflecteren, contacten met anderen te onderhouden en voor elkaar te zorgen. Ofwel, het efficiënter invullen van de productieve tijd geeft in potentie meer ruimte voor lege en vervulde tijd. Versnelling en efficiënter maken van taken kan daarom een positief effect hebben op de mentale gezondheid. Rust en contact met elkaar is immers goed voor de mentale gezondheid.
“Versnelling zit verscholen in werk, maar ook in vrije tijd.”
De keerzijde van versnelling is dat we niet in staat blijken om de tijdswinst daadwerkelijk om te zetten in het gevoel dat we meer tijd hebben. Sterker nog, het tegengestelde is vaak waar. Mensen hebben het voor hun gevoel steeds drukker.noot 81 Dit komt volgens Rosa omdat de versnelling onontkoombaar is. Ze zit verscholen in werk, maar ook in vrije tijd. Ook daar is de druk hoog om er zoveel mogelijk uit te halen. In de tijd dat je ontspant, bijvoorbeeld door een wandeling te maken, kun je ook nog even een vriend bellen of een podcast luisteren. Rosa spreekt daarom over versnellingstotalitarisme. Ons leven is doordrongen van versnelling.
De onontkoombare versnelling leidt tot een gevoel van haast en tot het gevoel dat er altijd nog meer dingen moeten en kunnen. Het kan leiden tot fysieke en mentale uitputting, denk bijvoorbeeld aan slaapgebrek en het gevoel van controleverlies. Die mentale uitputting kan, zoals we in hoofdstuk 1 lieten zien, daarmee juist die productiviteit onder druk zetten.
Versnelling belemmert
De trend van versnelling helpt ons dus niet – of niet alleen maar – vooruit. Het belemmert ons ook. Rosa spreekt van razende stilstand. Het kost ons steeds meer energie om het bestaande te behouden. Elke stap die we vooruitzetten, stelt een nieuwe norm: dit is nu de snelheid die we normaal vinden. De nieuwe norm zet ons aan om dat hoge tempo vol te houden. Zoals Rosa stelt: “de inspanningen van nu betekenen niet dat we het morgen minder zwaar zullen hebben; ze maken het voor morgen juist zwaarder en creëren nieuwe problemen.”noot 82
Hoe zit dat? Laten we onderling contact als voorbeeld nemen. Toen mensen elkaar brieven stuurden, moesten ze wachten op antwoord. Uiteraard duurde dat even. Je moest papier pakken, een tekst schrijven, de brief posten en de brief moest worden bezorgd op het juist adres. De hoeveelheid brieven die mensen ontvingen is geenszins te vergelijken met het aantal digitale berichten dat we tegenwoordig ontvangen. De snelheid van het versturen van berichten heeft tot een nieuwe norm geleid. Als je pas na weken op een appje reageert, is dat ongemakkelijk. De aard van veel berichten is vluchtiger. De versnelling heeft ertoe geleid dat we dit normaal zijn gaan vinden. Als je niet in het nieuwe tempo meegaat, dreig je buiten boord te vallen. Dirk de Wachter vergeleek de huidige tijd met een speedboot zonder reling. Mensen vallen er aan de achterkant vanaf, waar hulpverleners de gevallenen proberen op te lappen.noot 83
Omdat de versnelling die in de samenleving plaatsvindt niet tot vooruitgang leidt, maar ons ook belemmert, spreken wij over belemmerende versnelling.
Belemmerende versnelling staat voor het verschijnsel dat het tempo in de samenleving steeds hoger blijft worden, wat niet leidt tot vooruitgang, maar belemmert.
De hypernerveuze samenleving op volle toeren
We hebben de maatschappelijke ontwikkelingen na elkaar en los van elkaar beschreven om precies aan te kunnen geven wat ze behelzen en wat er schuurt binnen die ontwikkelingen. In de praktijk hangen de ontwikkelingen samen en beïnvloeden ze elkaar. Tezamen creëren ze een hypernerveuze samenleving en zetten ze de mentale volksgezondheid onder druk. De negatieve kanten van de ontwikkelingen versterken elkaar.
Onderstaand figuur geeft dit weer. Hieronder leggen we de afgebeelde verbanden verder uit.

Individuele prestaties staan centraal
Het centraal stellen van het individu creëert het gevoel dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor haar eigen succes, geluk, gezondheid, etc. Succes en falen worden in de eerste plaats gezien als een individuele verdienste (of: als uitkomst van jouw individuele inzet), niet als (mede) het gevolg van waar je geboren bent, wie je ouders zijn, waar je woont en of je geluk of pech hebt in je leven. Hiermee dringt de prestatiesamenleving door tot in de persoon. Als jouw vaardigheden en inzet kunnen leiden tot succes, dan is het tegenovergestelde ook waar: dan is falen het gevolg van jouw gebrek aan vaardigheden en inzet. Wanneer een individu constant haar eigen route in het leven mag en zelfs moet uitstippelen, dan zijn negatieve uitkomsten vooral het individu zelf aan te rekenen.noot 84 De spanning tussen individu en prestaties is ook gelegen in het feit dat mensen hiermee in onderlinge concurrentie wordt geplaatst. Dit kan negatief uitpakken voor de groepssamenhang en de identiteit van die groep.noot 85 Het vergroot de druk op de mentale volksgezondheid.
Nooit genoeg prestaties
Door de nadruk op prestatie is er minder waardering voor het proces er naartoe: de afwegingen, het uitproberen en falen. Daardoor wordt de druk om prestaties zo snel en efficiënt mogelijk te bereiken steeds groter. Het gaat niet om het ooit bereiken van een prestatie in je leven, maar om continue prestaties op alle levensdomeinen. Daarom gaat het behalen van een prestatie ook niet gepaard met een gevoel van voldoening en trots, omdat de volgende te behalen prestatie alweer klaar staat. In termen van de eerder aangehaalde filosoof Han leidt de nadruk op snelle prestatie tot zelfuitbuiting en zelfdwang.noot 86 Degene die het tempo het beste bij kan houden, is kampioen.
Versnelling wordt onder meer gedreven door concurrentie en het idee van continue vooruitgang. Alles kan altijd beter. Dat maakt dat we onszelf uitputten.noot 87 Een burn-out kan het gevolg zijn. Socioloog Rosa stelt echter dat die burn-out niet noodzakelijkerwijs ontstaat door het harde werken zelf, maar wel door het harde werken dat noodzakelijk is om onze plaats te behouden, dus zonder een stip aan de horizon te zien.noot 88 Het snelle tempo en de eindeloze drang naar prestaties leiden ertoe dat er nooit voldoening kan zijn. En juist dat verhoogt de druk op de mentale volksgezondheid.
Alleen ga je sneller
In een wereld van versnelling is het niet verrassend dat er ook veel nadruk ligt op het individu. Zoals we in 3.3 lieten zien, veranderen sociale relaties onder invloed van versnelling én door veranderende sociale relaties is meer versnelling mogelijk. Individuen dragen bij aan de versnelling en versnelling jaagt individuen op. Rosa schrijft “de dromen, doelen en levensplannen van het individu worden gebruikt om de versnellingsmachine draaiende te houden.”noot 89 Technische versnelling helpt om effectiever te produceren, hierdoor is er echter ook steeds minder tijd voor sociale contacten die niet op productie gericht zijn. Dit gaat ten koste van de onderlinge verbondenheid en de solidariteit tussen werknemers.
De individuele versnelling in de samenleving heeft negatieve gevolgen voor de mentale volksgezondheid. Omdat bedrijven en organisaties zich voortdurend moeten blijven ontwikkelen en innoveren, moeten individuele werknemers zich snel aanpassen om aangehaakt te blijven.noot 90 Als ze dat niet doen, dan vallen ze buiten de boot. In plaats van deze mensen erbij te houden, gaat de rest gewoon verder met de mensen die het wel kunnen bijhouden. De onderlinge concurrentie kent winnaars en verliezers.
De hypernerveuze digitale wereld
We noemden hiervoor al enkele voorbeelden hoe de hypernerveuze samenleving ook is doordrongen in de digitale wereld. Zo dragen digitale technologieën eraan bij dat we altijd ‘aan’ kunnen staan en dus op welk moment dan ook kunnen werken, appen en scrollen. Waar gepeste kinderen hier vroeger vooral last van hadden op school of een andere fysieke plek, zien we dat kinderen die offline kwetsbaar zijn dat ook online zijn.noot 91
De onlinewereld is doordrongen van prestaties, zelfs je vakantiefoto’s kunnen leiden tot meetbaar succes in de vorm van het aantal likes. Het geeft een nieuw podium voor sociale vergelijking, waarbij je ook altijd weer kunt falen als individu. Ook de digitale wereld is doordrongen van hypernervositeit, waar elk individu altijd beter kan presteren in de zo hoog mogelijke versnelling.
Tegelijkertijd wordt de digitale wereld nu te vaak als de aanstichter van de problemen gezien. “Als we maar stoppen met sociale media, dan worden we gelukkiger.” Dat is veel te makkelijk gedacht. Niet alleen omdat sociale media voor een deel een positieve en voor een deel een negatieve invloed heeft op het mentaal welbevinden,noot 92 maar ook omdat de hypernervositeit in de hele samenleving zit. Het zit niet enkel in de digitale wereld. In de volgende alinea laten we zien dat ons leven is doordrongen van hypernervositeit.
Ons leven is doordrongen van hypernervositeit
De hypernerveuze samenleving is geen theoretisch idee. Velen herkennen de hypernervositeit en we zien het terug in vele aspecten van ons leven. De hypernervositeit zit in ons, maar is ook ingebakken in onze systemen. We laten hier een aantal terreinen van ons leven zien, die we in de inleiding al hebben geïntroduceerd, namelijk leren, werken en zorgen. Overal worden we geconfronteerd met een nadruk op het individu, prestatie en versnelling. Kortom, ons leven is doordrongen van hypernervositeit.
Onderwijs gericht op individuele cognitieve prestaties
Leren
Een arbeidsmarkt waarin jij je succes bepaalt
Werken
De hulpvraag die terugkomt op wat je zelf kunt
Zorgen
Onderwijs gericht op individuele cognitieve prestaties
Leren
“En weer anderen meenden: ‘Kinderen zijn het mensenmateriaal van de toekomst. (…) Maar in plaats van onze kinderen op deze wereld van morgen voor te bereiden, laten we het nog steeds toe dat velen van hen jaren van hun kostbare tijd met nutteloze spellen verknoeien.’ (…) Daartoe werden in alle stadswijken zogenaamde ‘kinderbewaarplaatsen’ opgericht. Het waren grote huizen waar alle loslopende kinderen afgeleverd moesten worden en, als dat mogelijk was, weer afgehaald konden worden. Het werd ten strengste verboden dat kinderen op straat of in de parken of waar ook speelden. Werd een kind toch betrapt, dan was er dadelijk iemand die het naar de dichtstbijzijnde kinderbewaarplaats bracht. En de ouders konden dan op een flinke straf rekenen. (…) En er was natuurlijk geen sprake meer van, dat ze hier zelf spelletjes mochten verzinnen. De spelletjes werden hen door de toezichthouders voorgeschreven en het waren alleen spelletjes waarbij ze hoe dan ook iets nuttigs leerden. Maar iets anders verleerden ze er ondertussen wel en dat was: plezier te hebben, enthousiast te worden en te dromen.”
Momo en de tijdspaarders, p 198-199
Prestatieparadox

Nederlandse scholen zijn al vanaf jonge leeftijd gericht op cognitieve prestaties en de verbetering daarvan. Nu zijn prestatiedruk en het onderwijs onherroepelijk met elkaar verbonden. Prestatiedruk kan helpend zijn, maar als het te veel wordt, remt het prestaties juist af. Dit wordt ook wel de prestatieparadox genoemd: een te grote nadruk op prestaties zorgt voor minder goede prestaties.
Van basisschool tot universiteit
De prestatiedruk neemt enorm toe vanaf groep 6 en de doorstroomtoets staat geheel in het teken van cognitieve prestaties.noot 93 Een toets, ooit ingevoerd om leerlingen op basis van hun kunnen (merites) en niet op basis van hun afkomst te beoordelen, is verworden tot doel. Ouders, leerlingen en leraren stomen kinderen klaar voor de eindtoets in groep 8 (CITO, IEP of Route 8). Een zo hoog mogelijke score vinden leerlingen en ouders daarbij vaak belangrijk. In de documentaireserie klassen zagen we onder meer hoe erg kinderen bezig waren met een zo hoog mogelijke score. Dit is pas het begin van de race naar de top. Ook in het voortgezet onderwijs gaat het om de juiste vakken en worden sommige profielen als ‘beter’ gezien. Op sommige middelbare scholen is het zelfs belangrijk voor leerlingen om cum laude over te gaan. Hoewel enige druk belangrijk is in het onderwijs kan te veel bijdragen aan een toenemende druk op de mentale volksgezondheid.
Wie niet meekomt
Er zijn ook kinderen in het funderend onderwijs (basisonderwijs en voortgezet onderwijs) die niet goed weten te overleven in deze schoolomgeving, bijvoorbeeld omdat ze snel overprikkeld zijn, een ander leertempo hebben of het moeilijk vinden om zich langere tijd te concentreren. Hiervoor krijgt bijna 10% van de leerlingen in het funderende onderwijs ondersteuning.noot 94 In sommige gevallen is dit nodig en kan het helpen. Tegelijkertijd zien we soms dat de omgeving waarin kinderen leren niet optimaal is. Zo is de huisvesting niet altijd passend, hebben docenten weinig tijd of niet de juiste expertise en sluiten lesmethodes niet aan.noot 95
Ongelijke waardering
Na het funderend onderwijs zoeken kinderen een passende vervolgopleiding aan het MBO, HBO of de Universiteit. Ook hier zit een onderscheid tussen wat mensen zien als ‘beter’ en ‘minder’. Studenten van het MBO ervaren maatschappelijke onderwaardering en sommige geven aan druk vanuit hun ouders te voelen om een hogere opleiding te volgen.noot 96 Dit terwijl er een enorm tekort is aan MBO geschoolde professionals. Alleen al in de zorg loopt het tekort aan MBO-opgeleid personeel op naar 67.500 mensen in 2034, van 12.500 mensen nu.noot 97 Ook de bouw verwacht de komende jaren 60.000 extra mensen nodig te hebben, voornamelijk middelbaar opgeleid personeel.noot 98 Dat terwijl het aantal inschrijvingen voor het MBO daalt.noot 99 Het gebrek aan maatschappelijke waardering heeft effect op de mentale gezondheid van MBO-studenten.
De druk op individuele prestaties en dat het altijd beter kan, zien we ook op het HBO en de Universiteit. Er zijn allerlei manieren om jezelf te onderscheiden van de rest, te laten zien dat jij het dus beter doet dan andere studenten. Cv-building heeft een belangrijke plek in het leven van veel studenten. De druk om de juiste keuze te maken binnen alle mogelijkheden is groot en het combineren van veel verschillende taken levert stress op.noot 100
Kortom, het onderwijs is te veel ingericht als een hypernerveus systeem om kinderen zo snel mogelijk naar een ‘zo hoog’ mogelijk onderwijsniveau toe te leiden. Iets waar zowel ouders als kinderen steeds meer waarde aan hechten en tegelijk de zuren vruchten van plukken.noot 101
Een arbeidsmarkt waarin jij je succes bepaalt
Werken
“Het tweede zorgpunt dat ik wil aandragen is de druk om te presteren (…) De centrale plek van werk in het leven mag zijn afgenomen, maar plichtsbesef is niet verdwenen. Werk mag nog altijd een verplichting tegenover de gemeenschap zijn, maar als individu moet je er des te meer iets van maken. Door de individualisering wordt de verantwoordelijkheid steeds meer bij het individu gelegd om een baan te vinden en is het jouw schuld als je er geen succes van maakt: je moet scoren en presteren (…) Het individu moet uitblinken. Als het individu faalt, ligt dat nu volledig aan dat individu, is de algemeen gedeelde constatering. (…) Dat schroeft de prestatiedruk behoorlijk op, evenals het gevoel dat je niet tegen de hoge verwachtingen opgewassen bent”
James Kennedy, Aan het werk, p.53.

In zijn essay Aan het werk (2021) beschrijft de Amerikaanse historicus en hoogleraar Moderne Nederlandse geschiedenis James Kennedy de ontwikkeling van het denken over werk in het naoorlogse Nederland. Hij neemt hierbij zijn eigen verbazing, als Amerikaan met Nederlandse roots, over de Nederlandse arbeidsethos als uitgangspunt. Er zit in zijn ogen namelijk iets paradoxaals in de huidige manier waarop Nederlanders denken over de waarde van werk. Er wordt hard gewerkt, maar Nederlanders hechten, vooral vanuit het gezichtspunt van een Amerikaan, ongelofelijk veel waarde aan vrije tijd en het gezinsleven.noot 102 Tegelijkertijd, verwachten veel Nederlanders ook heel veel van werk en van zichzelf als werkende.noot 103 Werk genereert niet alleen inkomen, het moet óók voldoening geven, gezellig en waardevol zijn. Onder deze nadruk op arbeidsvreugde ligt een norm dat, zo stelt Kennedy, het in Nederland eigenlijk niet kan dat je een hekel hebt aan je werk. Werk, welbevinden, zelfontplooiing en identiteit zijn voor veel Nederlanders intrinsiek met elkaar verbonden.
Hypernerveuze drang naar werk
De hypernerveuze drang naar werk zit ingebakken in het arbeidsmarktsysteem én in sociale zekerheid. Die laatste is erop gericht om mensen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Werk ontlast immers niet alleen de collectief gefinancierde sociale zekerheid, maar geeft mensen naast een inkomen, ook eigenwaarde en toekomstperspectief.noot 104 Dit actief stimuleren van werk lijkt vanzelfsprekend, aangezien het hebben van passend werk goed is voor de mentale gezondheid. Hier komt de hypernervositeit naar voren: het zo snel mogelijk toe leiden naar wat voor werk dan ook kan juist een negatief effect op de mentale gezondheid hebben. Bijvoorbeeld als financiële zekerheid hierdoor onder druk komt te staan.noot 105
Socialezekerheidsregelingen zoals de bijstand, de arbeidsongeschiktheidsregelingen en werkloosheidsuitkeringen hebben als doel om mensen te activeren. Bijvoorbeeld door een strenge sollicitatieplicht, de verplichting om elke vorm van arbeid ongeacht niveau en salaris te accepteren en het verplicht beschikbaar zijn voor ‘tegenprestaties’.noot 106 Mensen moeten er bovendien álles aan doen om de benodigde kennis en vaardigheden te verkrijgen en te behouden, terwijl veel uitkeringen geen ruimte bieden voor scholing of dit zelfs verhinderen.noot 107 Op die manier kunnen socialezekerheidsregelingen bijdragen aan de druk op de mentale volksgezondheid.
De hulpvraag die terugkomt op wat je zelf kunt
Zorgen
“In the new therapeutic order, there is no external reality to blame or resist. All problems begin and end with the self.”
Barbara Ehrenreich, Smile or Die

Het nodig hebben van en vragen om hulp levert soms gevoelens van schaamte, schuld en wantrouwen op.noot 108 Alleen al het moeten vragen om hulp, kan een negatief effect hebben op de mentale gezondheid.noot 109 Dit hangt nauw samen met de waarde die de meesten van ons hechten aan onze zelfstandigheid, onafhankelijkheid en autonomie. We lossen onze problemen het liefst zelf op. Het nodig hebben van zorg of hulp confronteert ons ermee dat we dingen niet zelf kunnen oplossen.
De drang om dingen zelf op te lossen, zit ook in instituties en beleid. De Wet op maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van 2007 is een voorbeeld. Deze wet beoogt onder meer om de eigen regie en zelfredzaamheid te stimuleren. Bovendien biedt de WMO opties voor samenredzaamheid. Die intenties zijn vertaald in beleidsmaatregelen en in de praktijk van zorg- en sociaal professionals, bijvoorbeeld als leidraad voor het nemen van besluiten over het toekennen van zorg of voorzieningen.noot 110 Beleid en praktijk spreken de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid aan, soms ook in situaties waarin de mogelijkheden zeer beperkt zijn. De nadruk is vooral komen te liggen op zelfredzaamheid en niet op samenredzaamheid. Is voor mensen zelfredzaamheid een waarde, in beleid en praktijk is het steeds meer een doel geworden. Dit brengt het risico met zich mee dat mensen het vragen om hulp te lang uitstellen.noot 111 Het moeten vragen om hulp kan zo een steeds grotere druk op de mentale gezondheid leggen.
Een ander voorbeeld zijn de doelen die bewoners van zorginstellingen moeten opstellen in het zorg(leef)plan. Hoewel sommige hulpverleners en bewoners deze doelen hekelen, bijvoorbeeld omdat het gewoon goed gaat, ligt er druk om toch iets op te schrijven. Eén van de hulpverleners die wij spraken gaf aan dat dit nodig is voor de financiering. Delen uit het zorgplan worden gekopieerd naar het elektronisch patiëntendossier, wat de basis vormt voor declaratie bij de zorgverzekeraar. In het geval van bijvoorbeeld thuiszorg wordt pas begonnen met zorg leveren wanneer het zorgplan is opgesteld.noot 112 Waar doelen een middel kunnen zijn voor persoonlijke groei, wordt het soms ervaren als een doel op zich. Sommige hulpvragers ervaren hierdoor druk, omdat het altijd beter kan.
Bronnen
-
Boumans, J., Kroon, H., & van der Hoek, B. (2023). Ggz uit de knel. Utrecht: Trimbos-Instituut; Jeuring, H.W., Comijn, H.C., Deeg, D.J.H., Stek, M.L., Huisman, M., Beekman, A.T.F. (2018) Secular trends in the prevalence of major and subthreshold depression among 55-64-year olds over 20 years. Psychological Medicine, 48(11), 1824-1834.: Hiemstra, M., van Bon-Martens, M., Savelkoul, M., & Snijders, B. (2023). Cijferrapportage Monitor mentale gezondheid 2023. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu..
-
NEMESIS. Kerncijfers psychische aandoeningen. Samenvatting. https://cijfers.trimbos.nl/nemesis/kerncijfers-psychische-aandoeningen/samenvatting-kerncijfers/#. Geraadpleegd op: 22 juli 2025. Utrecht: Trimbos-instituut.
-
Boumans, J., Kroon, H., & van der Hoek, B. (2023). Ggz uit de knel. Utrecht: Trimbos-Instituut.
-
Rijksinstituut voor Volksgezondheid & Milieu (2024) Angst- of depressiegevoelens. Verkregen via: https://www.rivm.nl/mentale-gezondheid/monitor/algemene-bevolking/angst-depressiegevoelens
-
Rijksinstituut voor Volksgezondheid & Milieu (2024) Ziekteverzuimpercentage door psychische klachten, overspannenheid en burn-out. Verkregen via: https://www.rivm.nl/mentale-gezondheid/monitor/gevolgen-mentale-ongezondheid/ziekteverzuimpercentage.
-
Rijksinstituut voor Volksgezondheid & Milieu (2024) Levenstevredenheid. Verkregen via: https://www.rivm.nl/mentale-gezondheid/monitor/algemene-bevolking/levenstevredenheid
-
Tick, N. T., van der Ende, J., Koot, H. M., & Verhulst, F. C. (2007). 14-Year changes in emotional and behavioral problems of very young Dutch children. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 46(10), 1333–1340. https://doi.org/10.1097/chi.0b013e3181337532; Jeuring, H.W., Comijn, H.C., Deeg, D.J.H., Stek, M.L., Huisman, M., Beekman, A.T.F. (2018) Secular trends in the prevalence of major and subthreshold depression among 55-64-year olds over 20 years. Psychological Medicine, 48(11), 1824-1834.: Hiemstra, M., van Bon-Martens, M., Savelkoul, M., & Snijders, B. (2023). Cijferrapportage Monitor mentale gezondheid 2023. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
-
Boumans, J., Kroon, H., & van der Hoek, B. (2023). Ggz uit de knel. Utrecht: Trimbos-Instituut
-
de Nederlandse ggz, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, MIND, & Nederlands Instituut van Psychologen. (2023). Laat de ggz niet door de bodem zakken. Verkregen via: https://cms.denederlandseggz.nl/assets/common/Brief-A4-met-links-DEF-DEF.pdf
-
Van Mersbergen, C. (2023, 29 augustus) Ruim 2,5 keer zoveel coaches als tien jaar geleden, vooral de Randstad coacht zich suf. Algemeen Dagblad. Verkregen via: https://www.ad.nl/binnenland/ruim-2-5-keer-zoveel-coaches-als-tien-jaar-geleden-vooral-de-randstad-coacht-zich-suf~a4a528b4/?referrer=https%3A%2F%2F
-
Nederlandse Zorgautoriteit (2025) Informatiekaart Wachttijden en wachtplekken ggz - oktober 2024. Utrecht: NZa.
-
Zorginstituut Nederland. (2023). Niemand kan het alleen. Signalement “Passende zorg voor mensen met psychische problemen.” Diemen: Zorginstituut Nederland.
-
Bouman, K. (2024, 6 januari) Steeds meer jonge vrouwen op de eerste hulp vanwege zelfbeschadiging of poging tot suïcide. De Volkskrant. Verkregen via: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/steeds-meer-jonge-vrouwen-op-eerste-hulp-vanwege-zelfbeschadiging-of-poging-tot-suicide~bb906482/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
-
Palm, T. (2024, 8 januari) Steeds meer meisjes op de eerste hulp vanwege poging tot suïcide Trouw. Verkregen via: https://www.trouw.nl/binnenland/steeds-meer-meisjes-op-de-eerste-hulp-vanwege-poging-tot-suicide~b1f6bcda2/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2.
-
Chan, J. K. N., Correll, C. U., Wong, C. S. M., Chu, R. S. T., Fung, V. S. C., Wong, G. H. S., Lei, J. H. C., & Chang, W. C. (2023). Life expectancy and years of potential life lost in people with mental disorders: a systematic review and meta-analysis. EClinicalMedicine, 65. https://doi.org/10.1016/j.eclinm.2023.102294
-
Shields-Zeeman, L., Bon-Martens, M., & Smit, F. (2021). Samen werken aan een mentaal gezonde samenleving. Utrecht: Trimbos-Instituut.
-
Shields-Zeeman, L. (2025, 17 april). Mentale gezondheid: een investering die voor iedereen loont. Utrecht: Trimbos-instituut. Verkregen via https://www.trimbos.nl/actueel/blogs/mentale-gezondheid-een-investering-die-voor-iedereen-loont/
-
VZinfo. (2019). Kosten van Ziekten | Dashboard. Verkregen via: https://www.vzinfo.nl/kosten-van-ziekten/dashboardRIVM.
-
Wijnen et al. (2023) The economic burden of mental disorders: results from the Netherlands mental health survey and incidence study-2. The European Journal of Health Economics. 25(6), 925–934. https://doi.org/10.1007/s10198-023-01634-2
-
Wijnen et al. (2023) The economic burden of mental disorders: results from the Netherlands mental health survey and incidence study-2. The European Journal of Health Economics. 25(6), 925–934. https://doi.org/10.1007/s10198-023-01634-2
-
TNO (2020). Factsheet van de werkstress 2020. Delft: TNO.
-
Pokhilenko, I., Janssen, L. M. M., Evers, S. M. A. A., Drost, R. M. W. A., Schnitzler, L., & Paulus, A. T. G. (2021). Do Costs in the Education Sector Matter? A systematic literature review of the economic impact of psychosocial problems on the education sector. PharmacoEconomics, 39(8), 889–900. https://doi.org/10.1007/s40273-021-01049-y
-
Bos, B.; Molenaar, R. & J. Zweerink (2021) Samenhang tussen problemen en de kans op voortijdig schoolverlaten. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2021/samenhang-tussen-problemen-en-de-kans-op-voortijdig-schoolverlaten?onepage=true
-
Cohen, N., & Galea, S. (2011). Population Mental Health: Evidence, Policy, and Public Health Practice (1st ed.). Londen: Routledge. https://doi.org/10.4324/9780203818619
-
Nicolaou M, Shields-Zeeman LS, van der Wal JM, Stronks K (2025) Preventing depression in high-income countries—A systematic review of studies evaluating change in social determinants. PLoS One 20(5): e0323378https://doi.org/10.1371/journal.pone.0323378
-
Idem
-
Stellaard, S. (2023). Boemerangbeleid: Over aanhoudende tragiek in passend onderwijs‑ en jeugdzorgbeleid (1e druk). Meppel: Boom Bestuurskunde.
-
Valkenburg, P. M., van der Wal, A., & Beyens, I. (2023). Schermgeluk en schermverdriet: de invloed van social media op de mentale gezondheid van jongeren. Den Haag: Unicef.
-
Savelkoul, M., van der Noordt, M., Schokker, D. & A. Verweij (2024) Mentale gezondheid. Beïnvloedende factoren met handelingsperspectief voor de overheid. Bilthoven: RIVM.
-
Zorginstituut Nederland (2023). Niemand kan het alleen. Signalement “Passende zorg voor mensen met psychische problemen.” Diemen: Zorginstituut Nederland.
-
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap & Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (2022, 10 juni). Aanpak mentale gezondheid van ons allemaal. Verkegen via: rijksoverheid.nl. Dit citaat komt van de pagina met de titel Doelen.
-
van Baar, J., Bos, N., Kramer, J., & Shields-Zeeman, L. (2022). Sociale determinanten van mentale gezondheid Een kennissynthese. Utrecht: Trimbos-Instituut.
-
Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (2024) Van overleven naar bloeien. Den Haag: RVS.
-
Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (2022) Van schuld naar schone lei. Den Haag: RVS.
-
Kamerstukken II 2021/2022 32 793, nr. 573.
-
Elias, N. (1991). Changes in the we-I balance. In M. Schröter (Ed.), The society of individuals (pp. 155–237). Cambridge: Basil Blackwell; Duyvendak, J. W.. (2004). Een eensgezinde, vooruitstrevende natie : over de mythe van “de” individualisering en de toekomst van de sociologie. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
-
Scheepers, P. & I. Sieben (2022) Van wij naar ik. In: van den Berg, J., Ham, M., Bosman, R. & G. Engbersen (red) Raadselen van de maatschappij. (pp. 95-109). Amsterdam: Van Gennep
-
Kennedy, J. C. (2021). Aan het werk. Amsterdam: Prometheus.; Bussemaker, M. (1993). Betwiste zelfstandigheid: Individualisering, sekse en verzorgingsstaat (proefschrift). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
-
Kennedy, J. C. (2021). Aan het werk. Amsterdam: Prometheus.
-
Bussemaker, M. (1993). Betwiste zelfstandigheid: Individualisering, sekse en verzorgingsstaat (proefschrift). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
-
Duyvendak, J. W., & Hurenkamp, M. (2004). Kiezen voor de kudde: lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep.; Duyvendak, J. W.. (2004). Een eensgezinde, vooruitstrevende natie : over de mythe van “de” individualisering en de toekomst van de sociologie. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.; Kraaijeveld, K., Halink, S., & Verbugt, J. (2021). Mentale vooruitgang: Hoe vergroten we de mentale kracht van Nederland. Amsterdam: De ArgumentenFabriek.
-
Duyvendak, J. W., & Hurenkamp, M. (2004). Kiezen voor de kudde: lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep.
-
Idem.
-
van der Torre, W., Lammers, M., Oude Hengel, K., Burg, W. ter, Bouwkens, L., Bekker, C., van de Ven, H., van der Noordt, M., van Dam, L., Eijsink, P., de Lange, J., Couwenbergh, C., & van Oostrom, S. (2023). De Toekomst van Gezond en Veilig Werken. Een brede horizonscan. Bilthoven & Leiden: RIVM, TNO. https://doi.org/10.21945/RIVM-2022-0197
-
Kunneman, H. (2005). Voorbij het dikke‑ik: Bouwstenen voor een kritisch humanisme. Amsterdam: Humanistics University Press.; Tonkens, E. (2008). Mondige burgers, getemde professionals: marktwerking en professionaliteit in de publieke sector. Amsterdam: Van Gennep.
-
Sandel, M. J. (2020). De tirannie van verdienste: over de toekomst van de democratie. Utrecht: Ten Have.
-
Denys, D. (2022). Is the mental health crisis fuelled by our desire for individual autonomy? European Neuropsychopharmacology, 64, pp. 30–31. https://doi.org/10.1016/j.euroneuro.2022.08.004
-
Denys, D. (2022). Is the mental health crisis fuelled by our desire for individual autonomy? European Neuropsychopharmacology, 64, pp. 30–31. https://doi.org/10.1016/j.euroneuro.2022.08.004.; Han, B.‑C. (2015). The Burnout Society (vertaling E. Butler). Stanford, CA: Stanford University Press.
-
Denys, D. (2022). Is the mental health crisis fuelled by our desire for individual autonomy? European Neuropsychopharmacology, 64, pp. 30–31. https://doi.org/10.1016/j.euroneuro.2022.08.004.
-
Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.
-
Idem
-
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024, 17 december). Prognose: huishoudensgroei in de toekomst vooral door meer alleenstaanden. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/51/prognose-huishoudensgroei-in-de-toekomst-vooral-door-meer-alleenstaanden
-
Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.; Duyvendak, J. W.. (2004). Een eensgezinde, vooruitstrevende natie : over de mythe van “de” individualisering en de toekomst van de sociologie. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
-
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024, 17 december). Sociaal contact met vrienden en kennissen: jongeren. Verkregen via: https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/sociaal-contact-met-vrienden-en-kennissen-jongeren
-
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024, 17 december). Prognose: huishoudensgroei in de toekomst vooral door meer alleenstaanden. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/51/prognose-huishoudensgroei-in-de-toekomst-vooral-door-meer-alleenstaanden
-
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024, 15 maart). Ruim helft Nederlanders werkt weleens thuis. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/11/ruim-helft-nederlanders-werkt-weleens-thuis.
-
NPO Radio 1 (2023, 1 februari). Trendbreuk in zelfhulpboeken: de prestatiemoraal is terug. Verkregen via: https://www.nporadio1.nl/nieuws/cultuur-media/1b183e25-a161-46da-971b-2a7419d0cbf2/trendbreuk-in-zelfhulpboeken-de-prestatiemoraal-is-terug
-
Van Putten, R., & Van der Zee, T. S. M. (Red.). (2025). Onderwijs voorbij de meritocratie: Tegendraadse beschouwingen over prestaties in het onderwijs. Nijmegen: Radboud University Press.
-
Boer, M., van Dorsselaer, S., de Looze, M., de Roos, S., Brons, H., van den Eijnden, R., . . . Stevens, G. (2022). HBSC 2021: Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Retrieved from Utrecht: Universiteit Utrecht:
-
Boer, M., van Dorsselaer, S., de Looze, M., de Roos, S., Brons, H., van den Eijnden, R., . . . Stevens, G. (2022). HBSC 2021: Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Retrieved from Utrecht: Universiteit Utrecht:
-
Wienen, B. (2021). Nieuw kinderrecht: het recht om te falen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut / Defence for Children.
-
Idem.
-
Dopmeijer, J., Scheeren, L., Baar, J. van, & Bremer, B. (2023). Harder Better Faster Stronger? Een onderzoek naar risicofactoren en oplossingen voor prestatiedruk en stress van studenten in het hbo en wo. Utrecht: Trimbos-Instituut.; Kraaijeveld, K., Halink, S., & Verbugt, J. (2021). Mentale vooruitgang: Hoe vergroten we de mentale kracht van Nederland. Amsterdam: De ArgumentenFabriek.
-
Nederlands Jeugdinstituut (NJi). (2024, 2 augustus). Cijfers over prestatiedruk. Verkregen via: https://www.nji.nl/cijfers/cijfers-over-prestatiedruk https://www.nji.nl/cijfers/cijfers-over-prestatiedruk
-
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2025, 15 april). Ziekteverzuim volgens werknemers; geslacht en leeftijd (Dataset 85998NED). Verkregen via: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85998NED/table?ts=1750152200721
-
Kennedy, J. C. (2021). Aan het werk. Amsterdam: Prometheus.
-
Echtelt, P. van, S. Croezen, J.D. Vlasblom en M. de Voogd-Hamelink (2016). Aanbod van arbeid 2016. Werken, zorgen en leren op een flexibele arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Pekrun, R. Achievement emotions. A control-value theory perspective. Hoofdstuk in: Patulny, R. et. al (ed.) (2019). Emotions in late modernity. P. 171. https://library.oapen.org/bitstream/handle/20.500.12657/43069/1/9781351133302.pdf#page=169
-
Dopmeijer, J., Scheeren, L., Baar, J. van, & Bremer, B. (2023). Harder Better Faster Stronger? Een onderzoek naar risicofactoren en oplossingen voor prestatiedruk en stress van studenten in het hbo en wo. Utrecht: Trimbos-Instituut.; Kraaijeveld, K., Halink, S., & Verbugt, J. (2021). Mentale vooruitgang: Hoe vergroten we de mentale kracht van Nederland. Amsterdam: De ArgumentenFabriek.
-
van Putten, R. (2024). De Tijd Ont-Managen. Pleidooi Voor Een Rijkere Benadering van Werktijd. Waardenwerk (Journal of Humanistic Studies) 25(98–99):74–85. doi: 10.36254/ww.2024.98-99.08.
-
Bussemaker, J. (2021) Ministerie van Verbeelding. Idealen en de politieke praktijk. Amsterdam: Balans.
-
Han, B.‑C. (2015). The Burnout Society (vertaling E. Butler). Stanford, CA: Stanford University Press.; de Brabander, R.. (2022). Wees positief! Voorbij de retoriek van empowerment in het sociale domein. Amsterdam: Amsterdam University Press.
-
Nederlands Jeugdinstituut (NJi). (2024, 2 augustus). Cijfers over prestatiedruk. Den Haag: Nederlands Jeugdinstituut. Verkregen via: https://www.nji.nl/cijfers/cijfers-over-prestatiedruk
-
Butera, F., Dompnier, B. & Darnon, C. (2024) Achievement goals : a social influence cycle. Annual Review of Psychology, 75:527-54 P.547
-
Ehrenreich, B. (2010). Smile or Die: How Positive Thinking Fooled America and the World. Londen: Granta Books.
-
de Brabander, R.. (2022). Wees positief! Voorbij de retoriek van empowerment in het sociale domein. Amsterdam: Amsterdam University Press, p. 81.
-
Han, B.‑C. (2015). The Burnout Society (vertaling E. Butler). Stanford, CA: Stanford University Press.; de Brabander, R. (2022). Wees positief! Voorbij de retoriek van empowerment in het sociale domein. Amsterdam: Amsterdam University Press.
-
Sennett, R. (2010). Cultuur van het nieuwe kapitalisme. Werken in de 24‑uurseconomie (C. van Paassen & W. van Paassen, vertaling). Amsterdam: J.M. Meulenhoff.
-
TNO. (2020) Burn-out. Oorzaken, gevolgen en risicogroepen. Eindrapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. P.12
-
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2023, 22 februari). Bijna 6 op 10 baanwisselaars korter dan twee jaar in dienst. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2023/08/bijna-6-op-10-baanwisselaars-korter-dan-twee-jaar-in-dienst
-
Rosa, H. (2016). Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie (vertaling: Marli Huijer). Amsterdam: Boom.
-
Rosa, H. (2016). Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie (vertaling: Marli Huijer). Amsterdam: Boom: p. 118.
-
De Wachter, D. (2012). Borderline Times. Het einde van de normaliteit. Tielt: LannooCampus.
-
de Brabander, R.. (2022). Wees positief! Voorbij de retoriek van empowerment in het sociale domein. Amsterdam: Amsterdam University Press.; Ehrenreich, B. (2010). Smile or Die: How Positive Thinking Fooled America and the World. Londen: Granta Books.; Han, B.‑C. (2015). The Burnout Society (vertaling E. Butler). Stanford, CA: Stanford University Press.
-
Verhaeghe. P. (2023) Onbehagen. De Bezige Bij, p.214
-
Han, B.‑C. (2015). The Burnout Society (vertaling E. Butler). Stanford, CA: Stanford University Press.
-
Idem
-
Rosa, H. (2016). Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie (vertaling: Marli Huijer). Amsterdam: Boom, p.128.
-
Rosa, H. (2016). Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie (vertaling: Marli Huijer). Amsterdam: Boom, p. 89.
-
Sennett, R. (2010). Cultuur van het nieuwe kapitalisme. Werken in de 24‑uurseconomie (C. van Paassen & W. van Paassen, vertaling). Amsterdam: J.M. Meulenhoff.
-
Valkenburg, P. M., van der Wal, A., & Beyens, I. (2023). Schermgeluk en schermverdriet: de invloed van social media op de mentale gezondheid van jongeren. Den Haag: Unicef.; de staat van het onderwijs.
-
Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. (2023). #GeenPaniek – Gezondheid, jongeren en hun digitale omgeving. Den Haag: RVS.
-
Wienen, B. (2021). Nieuw kinderrecht: het recht om te falen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut / Defence for Children.
-
Inspectie van het Onderwijs (2024e). Kwaliteit van de extra ondersteuning in het funderend onderwijs. Den Haag: inspectie van het onderwijs.
-
Inspectie van het Onderwijs. (2025, 16 april). De Staat van het Onderwijs 2025. Den Haag: inspectie van het onderwijs.
-
Goedhart, N. S., Dedding, C., Rodriguez, M. J., & Spruijt, P. (2022). "Ik ben maar een mbo’er". Het mentaal welbevinden van mbo-studenten tijdens de coronacrisis. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) & Amsterdam UMC.
-
Prognosemodel Zorg en Welzijn. (z.d.). Stories Dashboard – Zorg en welzijn (breed). Verkregen via: https://prognosemodelzw.databank.nl/dashboard/stories-dashboard/zorg-en-welzijn--breed-
-
ANP. (2024, 30 oktober). 60.000 extra medewerkers in bouw nodig voor woonopgave. Binnenlands Bestuur. Verkregen via: https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/bouwen-en-wonen/60-000-extra-medewerkers-in-bouw-nodig-voor-woonopgave
-
MBO Raad. (2024, 2 december). Aantal mbo-studenten blijft dalen: ‘Een alarmerende situatie’. Verkregen via: https://www.mboraad.nl/nieuws/aantal-mbo-studenten-blijft-dalen-een-alarmerende-situatie
-
Dopmeijer, J., Scheeren, L., Baar, J. van, & Bremer, B. (2023). Harder Better Faster Stronger? Een onderzoek naar risicofactoren en oplossingen voor prestatiedruk en stress van studenten in het hbo en wo. Utrecht: Trimbos-Instituut
-
Valkenburg, P. M., van der Wal, A., & Beyens, I. (2023). Schermgeluk en schermverdriet: de invloed van social media op de mentale gezondheid van jongeren. Den Haag: Unicef.; de staat van het onderwijs
-
Kennedy, J. C. (2021). Aan het werk. Amsterdam: Prometheus.; Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2020) Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht, wrr-Rapport 102, Den Haag: WRR., p. 45-46.
-
Kennedy, J. C. (2021). Aan het werk. Amsterdam: Prometheus, p.38.
-
Wetenschappelijke raad voor regeringsbeleid (1982). Herwaardering van welzijnsbeleid. Den Haag: WRR. Wetenschappelijke raad voor regeringsbeleid (1990) Een werkend perspectief. Arbeidsparticipatie in de jaren ’90. Den Haag: WRR.
-
Nicolaou M, Shields-Zeeman LS, van der Wal JM, Stronks K (2025) Preventing depression in high-income countries—A systematic review of studies evaluating change in social determinants. PLoS One 20(5): e0323378https://doi.org/10.1371/journal.pone.0323378
-
Sociaal en Cultureel Planbureau (2019), Eindevaluatie van de Participatiewet. Den Haag: SCP.
-
Commissie Sociaal Minimum (2023) Een zeker bestaan. Naar een toekomstbestendig stelsel
van het sociaal minimum, rapport II, verkregen via: https://open.overheid.nl/documenten/a434ffdd-2aca-4a04-846e-127f3b62d525/file.
-
Grootegoed, E. (2013) Dignity of dependence: welfare state reform and the struggle for respect. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.; Linders, L. (2010) De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt. Tilburg: Universiteit van Tilburg.; Reijnders, M. (2020) Non-take-up of social support and the implications for social policies. Leiden: Universiteit Leiden.
-
Idem.
-
Zwaard, W. van der (2021) Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg. Meppel: Boom bestuurskunde
-
Peeters, P-H & Cloïn, C. (2012) Onder het mom van zelfredzaamheid: een journalistieke analyse van de nieuwe mantra in zorg en welzijn. Eindhoven: Pepijn.
-
VGZ (z.d.) Factsheet verpleging en verzorging thuis.
-
Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.
-
Versantvoort, M.. (2022). Zin verzoet de arbeid; over arbeid en zingeving in een paradoxale samenleving. Groningen/Den Haag: Protestantse Theologische Universiteit; Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Deunk, M., & Korpershoek, H. (2021). Studentenwelzijn in het hoger onderwijs: Een overzichtsstudie van veelbelovende aanpakken voor docenten(teams), opleidingen en instellingen. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
-
Bakhuys Roozboom, M.C., Wonder, W. & J. Thielecke (2024). Werkstress, psychosociale arbeidsbelasting en mentale gezondheid van werknemers. Delft: TNO Public.
-
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024, 15 maart). Ruim helft Nederlanders werkt weleens thuis. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/11/ruim-helft-nederlanders-werkt-weleens-thuis.
-
Spanjersberg, M. (2022). Tussentaal. Utrecht: BoekWerk.
-
Spanjersberg, M. (2022). Tussentaal. Utrecht: BoekWerk, p. 12
-
Van Dam, S. (2021) Ik participeer dus ik ben: ubuntu in het sociaal werk. In: Raeymaeckers, P. & J. Gradener. Denken over sociaal werk. Leuven: Acco, pp. 253 -266.
-
Baart, A. (2001). Een theorie van de presentie. Den Haag: Lemma.
-
Albeda, Y. Tan, S. & W. Swildens (2023) Op weg naar herstel met formele en informele steunstructuren. Rotterdam: Hogeschool Inholland.
-
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2024). Hoeveel mensen zijn mantelzorger? Nederland in cijfers 2024. Den Haag: CBS. Verkregen via: https://longreads.cbs.nl/nederland-in-cijfers-2024/hoeveel-mensen-zijn-mantelzorger/
-
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2025, 7 mei). Sociale contacten en maatschappelijke participatie. Den Haag: CBS. Verkregen via:https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85541NED/table?ts=1750234621064
-
Raad voor volksgezondheid & Samenleving (2023) Kinderen uit de knel. Den Haag: RVS.
-
Idem
-
Kraaijeveld, K., Halink, S., & Verbugt, J. (2021). Mentale vooruitgang: Hoe vergroten we de mentale kracht van Nederland. Amsterdam: De ArgumentenFabriek.
-
Raad voor volksgezondheid & Samenleving (2025) Iedereen bijna ziek. Den Haag: RVS.
-
Zaal-Schuller, I., Vermaak, M. & B. Frederiks (2024, september 5). We hebben in Nederland een 'IQ'-probleem. Medisch Contact. Verkregen via: https://www.medischcontact.nl/actueel/laatste-nieuws/artikel/we-hebben-in-nederland-een-iq-probleem
-
Flood, M., & Hochstenbach, C. (2025). Queer in a housing crisis: how nonbinary and genderqueer young adults navigate housing precarity. Social & Cultural Geography, 1–25. https://doi.org/10.1080/14649365.2025.2494561 https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/14649365.2025.2494561.; Regioplan & ERCOMER (2025), Nationaal onderzoek moslimdiscriminatie; SCP (2024), Sociale cohesie onder druk door ongelijke kansen, discriminatie en segregatie. Factsheet; Van Tubbergen, F. (2024) What does sociological research tell us about ethnic inequalities in European labour markets?; Kennisplatform Integratie & Samenleving (2021) Institutioneel racisme in Nederland.
-
World Health Organization. (2022). World mental health report: Transforming mental health for all. Verkregen via: https://iris.who.int/bitstream/handle/10665/356119/9789240049338-eng.pdf
-
Coumans, M., & Schmeets, H. (2020, 16 december). Sociale uitsluiting, gezondheid, tevredenheid met het leven en buitengesloten voelen. In Sociale uitsluiting in Nederland: wie staat aan de kant? Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2020/sociale-uitsluiting-in-nederland-wie-staat-aan-de-kant-/5-sociale-uitsluiting-gezondheid-tevredenheid-met-het-leven-en-buitengesloten-voelen; Spencer, S. J., Logel, C., & Davies, P. G. (2016). Stereotype threat. Annual Review of Psychology, 67, 415–437. https://doi.org/10.1146/annurev-psych-073115-103235
-
Sociaal-Economische Raad. (2024, 5 december). Inclusief denken: de waarde van neurodiversiteit op de werkvloer. Verkregen via: https://www.ser.nl/nl/actueel/nieuws/neurodiversiteit-op-de-werkvloer
-
Sociaal‑Economische Raad. (z.j.). Diversity Day. In SER Diversiteit in Bedrijf. Verkregen via: https://www.ser.nl/nl/thema/diversiteitinbedrijf/projecten/diversity-day
-
Dermaux, J., Mulder, M., van der Zwet, R., Nourozi, S., Sok, K. & D. de Bruijn (2024). Ervaringskennis in beleid: zo benut u optimaal ervaringskennis en –deskundigheid. Utrecht: Movisie.
-
van der Werff, S. (2022, 5 maart). Deze supermarktmanager neemt iedere kandidaat aan: ‘Iedereen heeft wel een krasje’. Algemeen Dagblad. Verkregen via: https://www.ad.nl/werk/deze-supermarktmanager-neemt-iedere-kandidaat-aan-iedereen-heeft-wel-een-krasje~ae83a63a/; van Unen, D. (2024, 12 januari). Grootste aanbieder gehandicaptenzorg kan alle hulp gebruiken. Pointer. KRO‑NCRV. Verkregen via: https://pointer.kro-ncrv.nl/grootste-aanbieder-gehandicaptenzorg-kan-alle-hulp-gebruiken.
-
zie o.a. van der Meulen, M., Liefhebber, S., Keuzenkamp, S., & van der Zwet, R. (2021). De rol en meerwaarde van ervaringsdeskundigen in sociale wijkteams. Utrecht: Movisie.
-
Stichting Roze 50+. RozeZorg. Verkregen via: https://rozezorg.nl/
-
Nationaal Netwerk Inclusieve Zorg. Missie. Verkregen via: https://nniz.nl/missie/.
-
Erasmus MC., Gelijkheid, diversiteit en inclusie plan. Verkregen via: https://www.erasmusmc.nl/nl-nl/pages/gelijkheid-diversiteit-en-inclusie-plan.
-
School of Understanding. Inrichting school. Verkregen via: https://schoolofunderstanding.nl/inrichting-school.
-
Sociaal-Economische Raad. (2023). Gezond opgroeien, wonen en werken: Naar een structurele gezondheidsaanpak en bestrijding van sociaal-economische gezondheidsverschillen (Publicatienummer 23/07). Den Haag: SER.
-
Hermsen, J. (2009) Stil de tijd. Pleidooi voor een langzame toekomst. Amsterdam: Arbeiderspers
-
De Vries, M. (2025, 20 april). Vervelen is nuttig, vooral voor kinderen. ‘Ga deze meivakantie eens op je handen zitten’. Trouw. Verkregen via: https://www.trouw.nl/binnenland/vervelen-is-nuttig-vooral-voor-kinderen-ga-deze-meivakantie-eens-op-je-handen-zitten~b9ee8970d/.
-
Trimbos-instituut. (zd). Slapen is goed voor je mentale gezondheid. Verkregen via: https://www.trimbos.nl/kennis/mentale-gezondheid-preventie/slapen-is-goed-voor-je-mentale-gezondheid/
-
Van Putten, R. (2023). Een kwestie van tijd: Lectorale rede. Ede: Christelijke Hogeschool Ede. Verkregen via: https://objectstore.surf.nl/live/objectstore/204035bb-4241-45a7-a7ab-5c6b50a3df65/Een%20kwestie%20van%20tijd_lectorale%20rede_2023.pdfVan Putten
-
Idem, p.18.
-
Idem, p. 22.
-
Idem, p. 28.
-
De Vries, M. (2025, 20 april). Vervelen is nuttig, vooral voor kinderen. ‘Ga deze meivakantie eens op je handen zitten’. Trouw. Verkregen via: https://www.trouw.nl/binnenland/vervelen-is-nuttig-vooral-voor-kinderen-ga-deze-meivakantie-eens-op-je-handen-zitten~b9ee8970d/.
-
Idem.
-
Rosa, H. (2016). Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie (vertaling: Marli Huijer). Amsterdam: Boom.
-
van Hulsen, T. (2024, 23 september). CEO Bas van der Veldt geeft zijn medewerkers elke vrijdag vrij. ‘Liefde werkt van twee kanten’. Trouw. Verkregen via: https://www.trouw.nl/duurzaamheid-economie/ceo-bas-van-der‑veldt‑geeft‑zijn‑medewerkers‑elke‑vrijdag‑vrij‑liefde‑werkt‑van‑twee‑kanten~bd3250e2.
-
FNV (2024, 28 augustus). FNV pleit voor wettelijk ‘recht op onbereikbaarheid’. Verkregen via: https://www.fnv.nl/nieuwsbericht/algemeen-nieuws/2024/08/fnv-pleit-voor-wettelijk-recht-op-onbereikbaarheid/.
-
Landelijke Huisartsen Vereniging, InEen & Zorgverzekeraars Nederland. (2025, 1 juli). Leidraad ‘t Meer Tijd Voor de Patiënt’ (MTVP). Verkregen via: https://www.lhv.nl/wp-content/uploads/2024/10/20250702-Leidraad-MTVP-def-versie-3-digitaal-toegankelijk.pdf
-
School of Understanding. Inrichting school. Verkregen via: https://schoolofunderstanding.nl/inrichting-school.
-
Rijksoverheid (2024, 19 april) Beleidskader Met elkaar voor alle kinderen en jongeren. Werken aan een inclusieve leeromgeving. Verkregen via: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/05/10/bijlage-11-beleidskader-definiering-inclusief-onderwijs.
-
de Boer, A., & Kuijper, S. (2025). Ondersteuning aan leerlingen in een inclusieve onderwijssetting. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. Verkregen via: https://www.rug.nl/staff/anke.de.boer/uitgebreid-rapport-ondersteuning-aan-leerlingen-in-een-inclusieve-onderwijssetting.pdf.; Onderwijsraad (2020) Steeds inclusiever. Den Haag: Onderwijsraad.
-
Onderwijsraad (2020) Steeds inclusiever. Den Haag: Onderwijsraad.
-
Van Putten, R., & Van der Zee, T. S. M. (Red.). (2025). Onderwijs voorbij de meritocratie: Tegendraadse beschouwingen over prestaties in het onderwijs. Nijmegen: Radboud University Press.
-
Onderwijsraad (2021). Later selecteren, beter differentiëren. Den Haag: Onderwijsraad
-
Chong, P. W. (2016). The Finnish “Recipe” Towards Inclusion: Concocting Educational Equity, Policy Rigour, and Proactive Support Structures. Scandinavian Journal of Educational Research, 62(4), 501–518. https://doi.org/10.1080/00313831.2016.1258668
-
Sociaal-Economische Raad. (2023). Gezond opgroeien, wonen en werken: Naar een structurele gezondheidsaanpak en bestrijding van sociaal-economische gezondheidsverschillen (Publicatienummer 23/07). Den Haag: SER; Federatie voor Gezondheid. (2024). Brief aan informateur Plasterk: kantel de zorg richting preventie en investeer in gezondheid. Verkregen via: https://www.federatievoorgezondheid.nl/media/1533/brief-informateur.pdf.
-
European Commission. (2021). European Pillar of Social Rights Action Plan (KE‑09‑21‑008‑EN‑N). Publications Office of the European Union. Verkregen via: https://op.europa.eu/webpub/empl/european-pillar-of-social-rights/downloads/KE0921008ENN.pdf
-
Hansen, M.P. and Leschke, J. (2022), "Reforming the Ideal(ised) Model(s) of Danish Labour Market Policies", Krogh, A.H., Agger, A. and Triantafillou, P. (Ed.) Public Governance in Denmark, Emerald Publishing Limited, Leeds, pp. 39-56. https://doi.org/10.1108/978-1-80043-712-820221003; Rasmussen, E., & Høgedahl, L. (2020). Collectivism and employment relations in Denmark: underpinning economic and social success. Labour and Industry, 31(3), 320–334. https://doi.org/10.1080/10301763.2020.1856619
-
Nederlandse Zorgautoriteit. (zd). Welke regels gelden voor de huisartsenzorg in 2025? Verkregen via: https://www.nza.nl/zorgsectoren/huisartsenzorg/registreren-en-declareren/welke-regels-gelden-voor-de-huisartsenzorg-in-2025
-
Landelijke Huisartsen Vereniging, InEen & Zorgverzekeraars Nederland. (2025, 1 juli). Leidraad ‘t Meer Tijd Voor de Patiënt’ (MTVP). Verkregen via: https://www.lhv.nl/wp-content/uploads/2024/10/20250702-Leidraad-MTVP-def-versie-3-digitaal-toegankelijk.pdf
-
Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (2019) De B van bekwaam. Den Haag: RVS.; Smith, R. (2018, 1 februari). Doctors and patients are heading in opposite directions. The BMJ. Verkregen via: https://blogs.bmj.com/bmj/2018/02/01/richard-smith-doctors-and-patients-heading-in-opposite-directions/
-
Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (2022) Anders leven en zorgen. Den Haag: RVS.
-
Trommel, W. A. (2018). Veerkrachtig bestuur: voorbij neoliberale drift en populistische kramp. Boom Bestuurskunde.
-
Presentatie Lucas de Man bij het congres Missie Mentaal op 5 juni 2025
-
Nicolaou M, Shields-Zeeman LS, van der Wal JM, Stronks K (2025) Preventing depression in high-income countries—A systematic review of studies evaluating change in social determinants. PLoS One 20(5): e0323378https://doi.org/10.1371/journal.pone.0323378
-
Shields-Zeeman, L., Schaap, A., van Baar, J. N., & Bos, N. (2024). Mentale gezondheid in alle beleidsdomeinen: achtergrond en adviezen voor landelijk beleid (TRIAF2170). Utrecht: Trimbos‑instituut. Geraadpleegd van https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2024/04/TRIAF2170-Rapport-Mentale-gezondheid-in-alle-beleidsdomeinen_V7.pdf.
-
Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) (te verschijnen) Uit balans - IBO mentale gezondheid en ggz.