Aanbevelingen: kinderen écht zien
“Wanneer oorzaken van problemen voorbestaan, zullen de problemen zich (in andere vormen) herhalen. Een maatschappij die ten aanzien van probleemsituaties de nadruk legt op het verlenen van hulp en daarbij weinig aandacht heeft voor het voorkómen van nood, of het veranderen van omstandigheden waardoor die nood veroorzaakt wordt, is slechts in de kantlijn van het welzijn bezig.”
– De Gemengde Interdepartementale Werkgroep Jeugdwelzijnsbeleid, 1974
5.1Het welzijn en de belangen van kinderen voorop
Het gezond en veilig opgroeien van een nieuwe generatie is geen zaak van professionals in het jeugddomein alleen. Als we willen dat meer kinderen gezond en veilig opgroeien, moeten we meer én expliciet oog hebben voor de belangen van kinderen. Hierover moet het maatschappelijk debat worden gevoerd, want dit vraagt om een andere, bredere manier van kijken. Maar daarmee zijn we er niet. Ook in wetgeving, in het beleid is verandering nodig en moeten kinderrechten beter worden geborgd. Dan wordt het ook voor organisaties en professionals in de uitvoering vanzelfsprekender om de belangen van kinderen te borgen in hun taakuitvoering. Als we dit niet doen, leidt dit niet alleen tot een aanhoudend beroep op jeugdhulp van kinderen die door problemen van hun ouders in de knel zijn gekomen, maar levert dit ook een hypotheek op de toekomst op. Immers, als kinderen niet gezond en veilig opgroeien, is de kans groot dat er, nu en in de toekomst, maatschappelijke vervolgkosten op allerlei (levens)domeinen ontstaan. Het gezond en veilig opgroeien van kinderen is voor een belangrijk deel afhankelijk van de situatie van ouders. Daarom richt de Raad zich in dit advies in het bijzonder op die domeinen waarin kinderen niet vanzelf centraal staan, maar juist hun ouders.
In het IVRK (art. 3) is vastgelegd dat bij alle maatregelen en besluiten die kinderen betreffen, het belang van het kind voorop moet staan. Dat is nu onvoldoende het geval. Het is zaak dat de belangen van kinderen geborgd worden en meewegen in besluiten op ouderdomeinen. Dit moet gebeuren vanaf het moment dat ouders zich melden met een hulp- of ondersteuningsvraag. Ook als er nog geen sprake is van meervoudige problemen, escalatie van de situatie of problematiek bij het kind zelf. Door de belangen van kinderen beter te borgen en mee te wegen, ontwikkelen minder kinderen problemen. Een duurzaam en (financieel) houdbaar jeugdstelsel kan alleen worden gerealiseerd als de belangen van kinderen ook buiten de jeugdhulp vooropstaan.
Aanbeveling 1
Borg de rechten en belangen van kinderen in wetgeving en beleid.
Draag als kabinet zorg voor het daadwerkelijk, volledig en structureel borgen van de rechten en belangen van kinderen in relevante wetgeving en nationaal beleid. Doe dit in ieder geval op domeinen waarvan bekend is dat als ouders problemen op deze domeinen hebben, kinderen een verhoogde kans hebben op het ook zelf ontwikkelen van problemen: inkomen, wonen, gezondheid, relaties en het justitieel domein. Zorg er bovendien voor dat wettelijke kaders en beleid expliciet aanzetten en uitnodigen tot het consequent meewegen van de belangen van kinderen in de uitvoering van taken op de verschillende ouderdomeinen (zie aanbeveling 3). Op steeds meer domeinen zijn taken en verantwoordelijkheden gedecentraliseerd en hebben gemeenten beleidsvrijheid. Denk onder meer aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Participatiewet. Draag ook als decentrale overheden zorg voor het daadwerkelijk en structureel borgen van de rechten van kinderen in decentraal beleid.
Pak als kabinet een voortrekkersrol. Dat betekent minimaal dat een gedeelde werkwijze wordt gerealiseerd om de rechten en belangen van kinderen te borgen in rijksbrede wetgeving en beleid. Zorg in aanvulling hierop dat de noodzakelijke expertise rijksbreed wordt geborgd. Bijvoorbeeld door het realiseren van een aanspreekpunt binnen ieder departement en de inrichting van een rijksbreed expertisepunt bij het ministerie van VWS. Het gaat hierbij, naast het borgen van kennis over kinderrechten, in het bijzonder over het borgen en beschikbaar stellen van kennis op het snijvlak van ouderproblematiek op diverse domeinen en kinderwelzijn c.q. de gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen.
Aanbeveling 2
Breng de impact van wetgeving en beleid op kinderen consequent in beeld met een Kinderrechtentoets.
Draag als rijk zorg voor de ontwikkeling en invoering van een Kinderrechtentoets. Daarmee wordt de impact van nieuwe wetgeving en nationaal of decentraal beleid op de rechten van kinderen consequent en eenduidig in beeld gebracht op verschillende domeinen en door de verschillende betrokken departementen (o.a. de ministeries van VWS, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid). De Raad adviseert een waardegedreven insteek, waarin de ambitie en de noodzaak om kinderen gezond en veilig te laten opgroeien en hun welzijn te borgen vooropstaat. Benut hiervoor de expertise van (o.a.) de Kinderombudsman.
Voer deze toets bovendien met terugwerkende kracht uit op wetgeving en op nationaal en decentraal beleid, zodat een eenmalige inhaalslag wordt gemaakt. Doe dit met voorrang op domeinen waarvan bekend is dat als ouders zorgen of problemen op deze domeinen hebben, kinderen een verhoogde kans hebben om zelf ook problemen te ontwikkelen. Vraag de Kinderombudsman, conform artikel 11b, lid 2b van de Wet Nationale ombudsman, om advies over welke wetgeving en welk (de)centraal beleid met prioriteit vragen om toetsing met terugwerkende kracht.
5.2Institutioneel versterken: (er)kennen, verdiepen, expliciteren en meewegen
Het borgen van rechten en belangen van kinderen is altijd belangrijk. Maar als er sprake is van problematiek bij de ouders, is dat wat de Raad betreft des te meer reden om met extra aandacht te bekijken hoe de belangen van kinderen geborgd en beschermd blijven en bevorderd kunnen worden. Ook als er nog geen sprake is van meervoudige of complexe problematiek, moet er consequent oog zijn voor de belangen van kinderen en voor de impact op kinderen van besluiten op ouderdomeinen. Immers, lang niet in alle gevallen en voor lang niet alle organisaties in andere domeinen is duidelijk in welke situatie een gezin zich precies bevindt en welke problemen er op andere levensdomeinen eventueel spelen. Veel vaker is er sprake van een diffuus of fragmentarisch beeld van de context van het gezin.
Alle uitvoerende organisaties en ook professionals op de verschillende ouderdomeinen hebben een eigenstandige verantwoordelijkheid om de belangen en rechten van kinderen te borgen. Denk aan gemeenten, woningcorporaties, schuldhulpverleners, gerechtsdeurwaarders en ggz-instellingen, maar ook aan beroepsorganisaties. Dit vraagt om verankering in de taakuitvoering van organisaties en professionals. Dit moet gericht: het gaat om de onderdelen van de taakuitvoering die het meeste impact (kunnen) hebben op het welzijn van kinderen. Hierbij is de denkwijze die is aangereikt in de analyse van de praktijkvoorbeelden (hoofdstuk 3) behulpzaam. In de huidige praktijk spannen organisaties in ouderdomeinen zich ook al in voor kinderen, maar dit gebeurt doorgaans als er al sprake is van meervoudige of complexe problematiek. Dan gebeurt dit vaak door de samenwerking te zoeken of door integraal te werken. Dit zijn positieve en nodige ontwikkelingen. Het gaat de Raad echter expliciet om alle kinderen van ouders met wie organisaties en professionals vanuit hun ondersteunende, dienstverlenende, behandelende of zorgende taak te maken hebben. Juist ook om gezinnen waarin bij de kinderen (nog) geen directe problematiek zichtbaar is.
Bovenstaande animatie illustreert dat dit vraagt om de borging van het belang van kinderen op alle ouderdomeinen. Zo is er ook oog voor kinderen als er geen sprake is van jeugdhulp. Het vergt binnen organisaties nader gesprek over wat er nodig is om dit ook daadwerkelijk te (gaan) doen.
In het verlengde van aanbevelingen 1 vraagt dit vervolgens om het volgende:
Aanbeveling 3
Borg het belang van kinderen in de taakinvulling en taakuitvoering van organisaties in het veld.
Borg als organisaties en professionals in het domein van (om te beginnen) wonen, financiën, gezondheid, justitie (in het bijzonder reclassering), relaties en werk en inkomen de belangen van kinderen in de uitvoering van de eigen (wettelijke) taken. Kijk hierbij in het bijzonder naar de aspecten in de uitvoering die effect (kunnen) hebben op het welzijn van kinderen:
- Check altijd of er opgroeiende kinderen in het gezin of huishouden wonen (kennen en (h)erkennen van de context).
- Geef in de (taak)uitvoeringrekenschap van de specifieke situatie en omstandigheden in het gezin (zich verdiepen in de situatie).
- Breng consequent in beeld wat de belangen van het kind zijn (expliciteren).
- Weeg de belangen van het kind af tegen andere belangen en stel het belang van het kind in beginsel voorop. Doe dit wanneer (uitvoerings)beleid wordt gemaakt of als er in individuele casuïstiek beslissingen moeten worden genomen of maatregelen worden getroffen (meewegen van het belang van het kind).
De Raad realiseert zich goed dat als belangen van kinderen in beginsel staan en zwaar wegen bij besluiten op de verschillende ouderdomeinen, dit ook consequenties heeft voor andere mensen. Dit geldt in het bijzonder als het gaat om de verdeling van schaarse voorzieningen, woningen, capaciteit, trajecten, hulp of ondersteuning. Aangezien de belangen van kinderen in ouderdomeinen op dit moment niet, maar beperkt of pas veel te laat meewegen, zal dit leiden tot een (nog) zwaardere en nog scherpere afweging over de verdeling van schaarste. De Raad (h)erkent dit en ziet ook dat dit tot nieuwe vragen en dilemma’s leidt. Toch is dit precies de scherpte waartoe de Raad uitdaagt. Voorkomen moet worden dat kinderen in de knel komen en dat hun welzijn en rechten onder druk komen te staan door problemen die hun ouders ondervinden. Het is een brede maatschappelijke taak om kinderen gezond en veilig te laten opgroeien.
5.3Versterken via informele structuren: gerichter inzetten op versterken van sociale netwerken
Het versterken van informele structuren vraagt om het actief faciliteren en soms creëren van ontmoetingsmomenten. Zoals eerder in dit advies betoogd, leidt slechts de ontmoeting niet automatisch tot verbindend of overbruggend kapitaal. Opbouwwerkers en buurtinitiatieven kunnen hierin een belangrijke rol spelen. De Raad ondersteunt het voornemen om het welzijnswerk te verstevigen, zoals is opgenomen in de Kamerbrief Aanpak Sociale Basis inclusief Mantelzorgagenda 2023–2026.noot 136 De Raad vraagt daarnaast in het bijzonder aandacht voor het informele welzijnswerk, vooral sociaal schaduwwerk.noot 137 Sociaal schaduwwerk “vindt plaats in de context van een aangegane relatie tussen hulpgever en hulpvrager, maar reikt tegelijk verder dan het individuele niveau. Sociaal schaduwwerk is juist expliciet gericht op een collectieve insteek, op het verbeteren van de sociale positie op groepsniveau”.noot 138 Hierbij kan worden gedacht aan zelforganisaties of wijkinitiatieven die wijkbewoners ondersteunen. Juist deze initiatieven (zie 4.3) moeten wat de Raad betreft meer de wind mee krijgen, aangezien informele netwerken blijven bestaan, ook wanneer formele hulp niet (meer) aanwezig is.
Buurtinitiatieven de wind mee geven vraagt om een actief terughoudende rol van de gemeenten. Dit betekent dat er actief wordt ingezet op het versterken van bestaande structuren en het begeleiden van een gelijkwaardige samenwerking tussen formele en informele steunstructuren. En dat gemeenten terughoudend moeten zijn in het zelf ontwikkelen van nieuwe netwerken of het ‘overnemen’ van informele initiatieven. Om initiatieven te versterken, is het nodig om na te gaan wat deze initiatieven zelf nodig hebben (faciliteiten, informatie, financiering of andere randvoorwaarden). Het is hierbij belangrijk dat gemeenten de bestaande initiatieven niet overnemen, maar het eigenaarschap bij de initiatieven zelf laat. Daarnaast spelen welzijnspartijen een belangrijke rol in het creëren van sociaal kapitaal in de wijk en als verbindende partij in het voorveld. Wij roepen rijk en gemeenten op om hier voldoende én structureel middelen voor vrij te maken en actief te wijzen op de beschikbaarheid van deze middelen. Op deze manier kan worden gestart met het bouwen aan sociale netwerken, in plaats van deze te mobiliseren wanneer problemen zich voordoen.
Aanbeveling 4
Pak een actief terughoudende rol in het versterken van het sociaal kapitaal en maak structurele financiering vrij voor opbouwwerk.
Gemeenten pakken een actief terughoudende rol in het versterken van het lokale sociaal kapitaal. Actief in het versterken en ondersteunen, en terughoudend in het zelf opstarten van nieuwe initiatieven. Hiermee ontstaat een gelijkwaardige relatie tussen gemeenten, welzijnspartijen en andere formele en informele spelers. Gemeenten faciliteren en financieren naast initiatieven voor hulp, ook initiatieven die bijdragen aan gemeenschapsvorming. Tegelijkertijd wordt via het Gemeentefonds structurele financiering vrijgemaakt voor opbouwwerk.
Bij het verstevigen van het sociaal kapitaal in het algemeen staat niet de hulpvraag, maar het bouwen aan een gemeenschap centraal. Daarnaast zien wij ook kansen voor het verstevigen van het sociaal kapitaal voor mensen met een hulpvraag, namelijk door hulpverlening groepsgewijs aan te bieden. Dit biedt een platform waar gemeenschappen kunnen ontstaan. Ook hierbij geldt, zoals eerder beargumenteerd: slechts het bij elkaar brengen van mensen leidt niet per definitie tot sterke of zwakke verbindingen en zeker niet tot een gemeenschap. Wanneer groepsgewijze hulpverlening wordt ingezet vanuit financiële overwegingen of vanuit het idee dat mensen dan ‘als het ware vanzelf’ een gemeenschap vormen, kom je bedrogen uit. Groepsgewijze hulpverlening, zoals bij verloskundige praktijken en bij herstelgroepen soms gebeurt, zou wat de Raad betreft een manier zijn om actief zorgzame gemeenschappen te creëren. Dit vraagt om andere vaardigheden van hulpverleners, een andere relatie tussen hulpverlener en hulpvrager en een andere financiering. Naar analogie van de herstelacademies zijn hulpvragers bij groepsgewijze hulpverlening ook hulpgevers, waarbij de ervaringskennis die wordt gedeeld helpend is voor andere hulpvragers.
De manier waarop de herstelacademies van individuele hulpverlening naar een gemeenschap bewegen, levert niet alleen voor de leden van de herstelacademie een nieuwe kijk op het psychisch lijden op. Het geeft een signaal af dat herstel geen proces is van een enkel individu, maar dat de gemeenschap hierin een centrale rol speelt. De manier waarop hulp en ondersteuning wordt georganiseerd, draagt ook bij aan het vormen van nieuwe sociale verbanden tussen mensen. Hiermee verandert de herstelacademie de manier waarop we kijken naar psychisch lijden, maar ook de manier waarop we dit oplossen. Immers, psychisch lijden wordt niet benaderd als een individueel probleem dat om een individuele oplossing vraagt, maar als een gemeenschappelijk probleem, waarbij de gemeenschap een centrale rol speelt in de oplossing.
Op deze zelfde manier stelt de Raad voor om ook andere vraagstukken meer collectief aan te vliegen en van individualisme te bewegen naar collectivisme. Wij noemen dit cross-linking practices (zie bovenstaande animatie). Hiervan is sprake als publieke organisaties en hun professionals hun reguliere taakopvatting zo invullen dat ze de kans vergroten om sociale netwerken van de mensen voor wie ze werken, in dit specifieke geval gezinnen, te versterken. Dit betekent expliciet niet dat iedereen groepsgewijs begeleid wordt. Individuele hulpverlening blijft mogelijk, maar waar het kan wordt groepsgewijze hulpverlening aangeboden en gestimuleerd.
Aanbeveling 5
Ontwikkel een actieve strategie voor het stimuleren van cross-linking practices en maak groepsgewijze hulpverlening beter mogelijk door dit in de financiering een volwaardige plek te geven en actief te bevorderen.
Het rijk en gemeenten stimuleren de ontwikkeling van groepsgewijze hulpverlening en zetten in op cross-linking practices. Zo worden contactmomenten met hulpverlener, professional of met elkaar benut om sociaal kapitaal te verstevigen. Dit vraagt om een radicale omslag in het denken over hulp- en dienstverlening. Wij roepen zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten op om de financiële drempels voor groepsgewijze hulpverlening weg te nemen in de financieringssystematiek en groepsgewijze hulpverlening te bevorderen. Wij adviseren het rijk en gemeenten hiervoor een actieve strategie te ontwikkelen.
Om sociale netwerken in wijken optimaal te kunnen vormgeven en benutten, wijzen we tot slot op de samenwerking tussen verschillende partijen, ook tussen formele en informele zorg. Zoals de Raad eerder constateerde in het advies Anders leven en zorgennoot 139 lukt het momenteel nog onvoldoende om de krachten van beide steunstructuren in samenhang optimaal te benutten. Wanneer de verschillende structuren elkaar beter weten te vinden, kunnen overheid, professionals en buurtbewoners een grote rol spelen in het verstevigen van het sociaal kapitaal. Op die manier verstevigen we de sociale basis en kan de context waarin kinderen opgroeien steun bieden op momenten dat het nodig is.
Bronnen
-
Rijksoverheid (2023). Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028.
-
Spijk-de Jonge, M., Lange, M. de, Serra, M., Steege, M. van der & Dijkshoorn, P. (2022) ‘Betrek mij gewoon!’ Op zoek naar verbeterkansen voor de jeugdhulp in het casusonderzoek Ketenbreed Leren. Ketenbreed leren, pp. 35-36.
Inspectie JenV (2023). Het kind van de rekening Den Haag: Inspectie Justitie en Veiligheid.
-
Bronfenbrenner, U. (1994). ‘Ecological models of human development.’ In: International Encyclopedia of Education, Vol. 3, 2nd. Oxford: Elsevier.
-
Rooseboom, T. (2023). De eerste 1000 dagen. Het fundamentele belang van een goed begin uit biologisch, medisch en maatschappelijk perspectief. Amsterdam: Tijdstroom.
-
Zie o.a.: Gemengde interdepartementale werkgroep (1974). Jeugdwelzijn, op weg naar een samenhangend beleid. Den Haag: Staatsuitgeverij.
-
Committee on the Rights of the Child (16 february 2022). Concluding observations on the combined fifth and sixth periodic reports of the Netherlands. CRC/C/NLD/CO/5-6. Verkregen via: https://www.unicef.nl/files/Aanbevelingen-KRComite-2022.pdf, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Kinderombudsman (2021). Nederland - Rapportage aan het VN-Kinderrechtencomité. Den Haag: Kinderombudsman.
-
Dahlgren, G. & Whitehead, M. (1991). Policies and strategies to promote social equity in health. Stockholm: Institute for Futures Studies.
-
Hoex, J., Vlaardingerbroek, S., Balledux, M., Speentjes, P. & Vink, C. (2022). Opgroeien doe je samen. Bouwen aan een stevige pedagogische basis. Utrecht: NJI.
-
Goudena, P.P. (1994). Ontwikkelingsopgaven en opvoedingsopgaven. In: Rispens, J., Goudena, P.P. & Groenendaal J.J.M. (red.), Preventie van psychosociale problemen bij kinderen en jeugdigen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
-
Gesprek tijdens het moederontbijt in Amsterdam.
-
De Klerk, M., Eggink, E., Plaisier, I. & Sadiraj, K. (2023). Zicht op zorgen. Kerncijfers over de problemen, hulpbronnen, leefsituatie en ondersteuning van mensen in het sociaal domein. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Zie o.a. Crumé, H.J., Nurius, P.S. & Fleming, C.M. (2019). ‘Cumulative adversity profiles among youth experiencing housing and parental care instability.’ In: Children and Youth Services Review, 100, pp. 129-135.
-
De Klerk, M., Eggink, E., Plaisier, I. & Sadiraj, K. (2023). Zicht op zorgen. Kerncijfers over de problemen, hulpbronnen, leefsituatie en ondersteuning van mensen in het sociaal domein. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Sparkey, P. (2008). ‘The Intergenerational Transmission of Context.’ In: American Journal of Sociology, 113 (4).
-
Dorsselaer, S. van, Ramaker, V., Gee, A. de & Have, M. ten (2023). KOPP/KOV: feiten en cijfers. Landelijke omvang KOPP/KOV-groep. Utrecht: Trimbos-instituut.
-
Rijnberk, C. & Overbeek, M. (2020). Ouderschap en gezinsfunctioneren. In: Mulder, N., Weeghel, J. van, Delespaul, P., Bovenberg, F., Berkvens, B., Leeman, E., Kroon, H., Mierlo, T. van & Kienhorst, G., Netwerkpsychiatrie. Samenwerken aan herstel en gezondheid. Amsterdam: Boom uitgevers; Rooijen, K. van, Zoon, M. & Berg-le Clercq, T. (2019). Wat werkt voor kinderen van ouders met psychische problemen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
-
Romijn, G., Graaf, I. de & Jonge, M. de (2010). Kwetsbare kinderen. Literatuurstudie over verhoogde risicogroepen onder kinderen van ouders met psychische of verslavingsproblemen. Utrecht: Trimbos-instituut.
-
Brennan, P.A., Hammen, C., Andersen, M.J., Bor, W., Najman, J.M. & Williams, G.M. (2000). ‘Chronicity, Severity, and Timing of Maternal Depressive Symptoms: Relationships with Child Outcomes at Age 5.’ In: Developmental Psychology, 36(6), pp. 759-766.
-
Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming (2023). KOPP/KOV.
-
Battink, M. & Plaggenhoef, W. van (2022). Relatie tussen scheidingen, ggz-gebruik en jeugdzorggebruik. Utrecht: Significant Public.
-
CBS (2021). Iets meer kinderen maakten scheiding mee. Iets meer kinderen maakten scheiding mee | Jeugdmonitor (cbs.nl), laatst geraadpleegd op: 31-10-2023.
-
Valk, I. van der & Rejaän, Z. (2020). ‘Kennis over scheiding.’ In: JSW, nr. 3, pp. 6-9.; Amato, P. R. (2001). ‘Children of Divorce in the 1990s: An update of the Amato and Keith (1991) meta-analysis.’ In: Journal of Family Psychology, 15, 355-370. doi:10.37//0893- 3200.15.3.355.; Amato, P. R. (2010). ‘Research on divorce: Continuing trends and new developments.’ In: Journal of Marriage and Family, 72, 650-666. doi:10.1111/j.1741-3737.2010.00723.x.
-
Valk, I. van der & Rejaän, Z. (2020). ‘Kennis over scheiding.’ In: JSW, nr. 3, pp. 6-9.
-
Battink, M. & Plaggenhoef, W. van (2022). Relatie tussen scheidingen, ggz-gebruik en jeugdzorggebruik. Utrecht: Significant Public.
-
Heuvel, L. van den, Hopman, M. & Harnam, G. (2020). Ongehoord! De onzichtbaarheid van kinderen bij huisvestingsproblemen. Den Haag: Kinderombudsman.
-
Adrianow, S. (1989). Van wieg tot wooneenheid: Een inventariserend onderzoek naar de woonsituatie van kinderen en jongeren. Delft University of Technology.
-
Leventhal, T. & Newman, S. (2010). ‘Housing and child development.’ In: Children and Youth Services Review, 32(9), pp. 1165-1174.
Evans, G. W. (2006). ‘Child Development and the Physical Environment.’ In: Annual Review of Psychology, 57(1), pp. 423-451.
Dockery, M., Kendall, G., Li, J., Mahendran, M., Ong, R. & Strazdins, L. (2010). Housing and children’s development and wellbeing: a scoping study. AHURI Final Report No. 149. Melbourne: Australian Housing and Urban Research institute Limited.
-
Fafieanie, V., Hummel, N. van, Kraak, A. & Yperen, T. van (2020). Naar school in tijden van corona. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut, p. 5.
-
Ministerie van Binnenlandse zaken en Werkgelegenheid (2023). Het statistisch woningtekort nader uitgelegd, laatst geraadpleegd op: 31-10-2023.
-
Rli (2022). Onderdak bieden. Sturen op prestaties van woningcorporaties. Den Haag: Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
-
Woononderzoek Nederland, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West (2022). Samen Nieuw-West. Waarom een Masterplan? Een analyse van Nieuw-West. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.
-
Nederlands Jeugdinstituut (2023). Cijfers over armoede in gezinnen. Verkregen via: https://www.nji.nl/cijfers/armoede-gezinnen#minderjarige-kinderen-met-risico-op-armoede, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Commissie sociaal minimum (2023). Een zeker bestaan. Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum.
-
Huston, A.C. & Bentley, A.C. (2010). ‘Human development in societal context.’ In: The annual review of psychology, p. 61, pp. 411-437.
-
Ibidem.
-
McLoyd, V., Mistry, R.S. & Hardaway, C.R. (2014). Poverty and Children’s development. Familial processes as mediating influences. In: Gershoff, E.T., Mistry, R.S., Crosby, D.A., Societal contexts of child development: Pathways of influence and implications for practice and policy. Oxford: Oxford University Press; Pascoe, J.M., Wood, D. L., Duffee, J.H. & Kuo, A. (2016). ‘Mediators and adverse effects of child poverty in the United States.’ In: Pediatrics, 137(4), pp. 1-17.
-
WRR (2017). Weten is nog geen doen. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.; RVS (2022). Van schuld naar schone lei. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, p. 24.
-
Duinkerken G., Wesdorp, P. & Jungman, N. (2015). De eindjes aan elkaar knopen. Utrecht: Lectoraat Schulden en Incasso.
-
RVS (2022). Van schuld naar schone lei. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, p. 24; RVS (2021). Gezichten van een onzeker bestaan. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
-
CBS (2020). Schuldenproblematiek in beeld. Huishoudens met geregistreerde problematische schulden 2015-2018. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek, p. 28.
-
Bennema, S. & Bakker, R. (2020). De sociale omgeving van jeugdzorgjongeren. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
-
Besemer, S., Ahmad, S.I., Hinshaw, S.P. & Farrington, D.P. (2017). ‘A systematic review and meta-analyses of the intergenerational transmission of criminal behavior.’ In: Agression and Violent Behavior, 37; NWO (2017). Kinderen van criminele ouders lopen grote kans zelf crimineel te worden. Verkregen via: https://www.nwo.nl/nieuws/kinderen-van-criminele-ouders-lopen-grote-kans-zelf-crimineel-te-worden, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Bennema, S. & Bakker, R. (2020). De sociale omgeving van jeugdzorgjongeren. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
-
Ibidem.
-
Roos, S. de, Bucx, F. & Berg, E. van den (2021). Sociale netwerken van ouders. Steun bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, p. 184.
-
Ibidem.
-
Comité voor de rechten van het kind (2013). Algemeen commentaar no. 14 (2013) over het recht van het kind zijn belangen de eerste overweging te laten zijn (art. 3, eerste lid).
-
Defence for Children (z.d.). Voorbehouden. Ratificatie VN-Kinderrechtenverdrag. Verkregen via: https://www.defenceforchildren.nl/kinderrechten/voorbehouden/, laatst geraadpleegd op 13-11-2023.
-
Wild, R. de, Jonker, M., Loon-Dikkers, L. van & Lünnemann, K. (2021). Kinderen missen zelfstandig recht op sociale zekerheid. Utrecht: Verwey Jonker Instituut.
-
Ibidem.
-
Committee on the Rights of the Child (16 february 2022). Concluding observations on the combined fifth and sixth periodic reports of the Netherlands. CRC/C/NLD/CO/5-6. Verkregen via: https://www.unicef.nl/files/Aanbevelingen-KRComite-2022.pdf, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Zie o.a.: Wiersma, M. & Kooi, C. van der (2017). Alle kinderen kansrijk. Het verbeteren van de ontwikkelingskansen van kinderen in armoede. Den Haag: Kinderombudsman; Vreeburg, E., Verheul, R. & Lagerwerf, R. (2017). Nederlandse kinderen ontkoppeld. Als de verblijfsstatus van je ouders je levensstandaard bepaalt. Den Haag: Kinderombudsman.
-
Comité voor de rechten van het kind (2013). Algemeen commentaar no. 14 (2013) over het recht van het kind zijn belangen de eerste
overweging te laten zijn (art. 3, eerste lid).
-
Committee on the Rights of the Child (2022). Concluding observations on the combined fifth and sixth periodic reports of the Netherlands. CRC/C/NLD/CO/5-6. Verkregen via: https://www.unicef.nl/files/Aanbevelingen-KRComite-2022.pdf, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
CBS (2021). Landelijke jeugdmonitor 2021. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek; CBS (2022). Landelijke jeugdmonitor 2022. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
-
RVS (2022). Van schuld naar schone lei. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, p. 24.
-
CBS (2020). Schuldenproblematiek in beeld. Huishoudens met geregistreerde problematische schulden 2015-2018. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
-
Schonewille, G. & Crijnen, C. (2018). Financiële problemen 2018. Geldzaken in de praktijk 2018-2019 deel 1. Utrecht: Nibud, p. 25.
-
CBS (2021). Kosten van kinderen naar één- en tweeverdieners, 2015. Verkregen via: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2021/01/kosten-van-kinderen-naar-een-en-tweeverdieners-2015, laatst geraadpleegd op 13/11/2023.
-
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (21 juli 2021). Kamerbrief Voorbehoud op artikel 26 IVRK. 2021-0000105151. Verkregen via: https://open.overheid.nl/documenten/ronl-ad2a846a-4b6b-45f1-92b1-9b65efad1ea3/pdf. Laatst geraadpleegd op 14/11/2023.
-
Stichting BKR (25 juni 2021). Schaamte houdt financiële problemen te lang achter de voordeur. Verkregen via: https://www.gemeente.nu/sociaal/schuldhulp/schaamte-houdt-financiele-problemen-te-lang-achter-de-voordeur/, laatst geraadpleegd op: 14/11/2023.
-
Lijzenga, J. & Elferink, V. (2022). Voorrang bij toewijzing sociale huurwoningen 2021. Arnhem: Companen.
-
Ibidem.
-
Wewerinke, D., Schel, S., Kuijpers, M., Vries, J. de & Doorn, L. van (2023). Iedereen telt mee! Resultaten eerste ETHOS-telling van dak- en thuisloosheid in regio Noordoost-Brabant. Utrecht: Hogeschool Utrecht.
-
Kraniotis, L. & Jong, W. de (24 april 2021). Sociale huurwoning? In zeker een kwart van de gemeenten wacht je meer dan 7 jaar. NOS. Verkregen via: https://nos.nl/op3/artikel/2377995-sociale-huurwoning-in-zeker-een-kwart-van-de-gemeenten-wacht-je-meer-dan-7-jaar, laatst geraadpleegd op 14-11-2023.
-
Heuvel, L. van den, Hopman, M., Jong, Z. de, Jonge, H. de, Tuzgöl, A., Vries, J. de & Wilke, I. (2023). Als de overheid niet thuis geeft... Een onderzoek naar de realisatie van mensen- en kinderrechtelijke verplichtingen van de overheid bij uithuiszettingen van gezinnen in kwetsbare situaties. Den Haag: Kinderombudsman/Nationale ombudsman.
-
Gesprek tijdens het moederontbijt in Amsterdam.
-
Groen, A., Horssen, C. van & Veerman, N. (2022). Rondkomen en betalingsproblemen. Ervaringen van Nederlandse huishoudens in onzekere tijden. Utrecht: Nibud.
-
Gesprek met cursisten van de herstelacademie.
-
Everts, S., Amelsvoort, T. van & Leijdesdorff, S. (2022). ‘Mandatory Check for COPMI in Adult Mental Healthcare Services in the Netherlands-A Quantitative and Qualitative Evaluation.’ In: Frontiers in psychiatry, 13, 807251.
-
Gesprekken met professionals uit de zorg.
-
Everts, S., Amelsvoort, T. van & Leijdesdorff, S. (2022). ‘Mandatory Check for COPMI in Adult Mental Healthcare Services in the Netherlands-A Quantitative and Qualitative Evaluation.’ In: Frontiers in psychiatry, 13, 807251.
-
Van Doesum, T., Gee, A. de, Bos, C. & Zanden, R. van der (2019). Factsheet KOPP/KOV: Een wetenschappelijke
onderbouwing van de cijfers. Utrecht: Trimbos-instituut.
-
Petilon, N., Doesum, K. van & Windmeijer, P. (2010). ‘De vergeten kinderen van ouders met psychiatrische problemen komen in beeld in 20 jaar KOPP praktijk.’ In: Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 88(5), pp. 222-223.
-
Augeo (2013). Handleiding kindcheck. Voor GGZ en verslavingszorg. Zeist: Augeo.
-
Ibidem.
-
Everts, S., Amelsvoort, T. van & Leijdesdorff, S. (2022). ‘Mandatory Check for COPMI in Adult Mental Healthcare Services in the Netherlands. A Quantitative and Qualitative Evaluation.’ In: Frontiers in psychiatry, 13, 807251.
-
Ibidem.
-
Gesprekken met professionals uit de zorg.
-
Gesprek met KOPP/KOV-functionaris.
-
Gesprekken met professionals uit de zorg.
-
Rijksoverheid (2023). Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028, p. 18.
-
Putnam, R.D. (2000). Bowling Alone. New York: Simon and Schuster.
-
Ibidem.
-
Tersteeg, A. & Albeda, Y. (2018). Beyond the middle classes. Neighbourhood choice and satisfaction in hyper-diverse contexts. In: Oosterlynck, S., Verschraegen, G. & R. van Kempen (red.), DIVERCITIES. Understanding super-diversity in deprived and mixed neighbourhoods. Bristol: Policy Press.
-
Roos, S. de, Bucx, F. & Berg, E. van den (2021). Sociale netwerken van ouders. Steun bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Granovetter, M.S. (1973). ‘The Strength of Weak Ties.’ In: American Journal of Sociology, 78(6), pp. 1360-1380. https://doi.org/10.2307/2776392
-
Roos, S. de, Bucx, F. & Berg, E. van den (2021). Sociale netwerken van ouders. Steun bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Welschen, S. (2019). ‘Informele partijen zijn hulpverleningsgids voor wantrouwende Amsterdammers.’ In: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.
-
Snel, E., Boom, J. de, Bockhove, M. van & Engbersen, G. (2021). ‘Sociaal kapitaal als bescherming tegen de mentale gevolgen van COVID-19.’ In: Mens & Maatschappij, 96 (2), pp. 213-241; Putnam, R.D. (2007). ‘E Pluribus Unum: Diversity and community in the twenty-first century.’ In: Scandinavian Political Studies, 30(2), pp. 137-174.
-
Vrooman, C., Boelhouwer, J., Iedema, J. & Torre, A. van der (2023). Eigentijdse ongelijkheid. De postindustriële klassenstructuur op basis van vier typen kapitaal. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Ibidem.
-
Roos, S. de, Bucx, F. & Berg, E. van den (2021). Sociale netwerken van ouders. Steun bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Ibidem.
-
Bucx, F., Eggink, E. & Klerk, M. de (2023). Meer zicht op ouders. Zorgen, problemen en hulpbronnen van ouders van minderjarige kinderen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Roos, S. de, Bucx, F. & Berg, E. van den (2021). Sociale netwerken van ouders. Steun bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Ibidem.
-
Ibidem.
-
Hoex, J., Vlaardingerbroek, S., Balledux, M., Speentjes, P. & Vink, C. (2022). Opgroeien doe je samen. Bouwen aan een stevige pedagogische basis. Utrecht: NJI.
-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2012/2013. Kamerstukken, 33684, nr. 3, p. 30.
-
RVS (2022). Anders leven en zorgen. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
-
Roos, S. de, Bucx, F. & Berg, E. van den (2021). Sociale netwerken van ouders. Steun bij de opvoeding en andere ouderschapstaken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
Vosselman, M. & Steenmeijer, J. (2022). Handreiking informele steun. Samenwerkende beroepsverenigingen.
-
UMC Utrecht (z.d.). Netwerkintake. Verkregen via: https://www.umcutrecht.nl/nl/netwerk-intake, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
RACT (z.d.). Wat zijn resourcegroepen? Verkregen via: https://ract.nl/over-ract/, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Academie van de stad (z.d.). Springlevend wonen. Verkregen via: https://academievandestad.nl/themas/springlevendwonen/, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Trudo (z.d.). Voorrang via inplaatsing in Woensel-West. Verkregen via: https://www.trudo.nl/ik-zoek/huurwoning/inplaatsing, laatst geraadpleegd op 10-11-2023.
-
Canoy, M., Smelik, J. & Ham, M. (red.) (2023). Zorgzame buurten. Inspirerende initiatieven die het systeem trotseren. Nederland Zorgt voor Elkaar / Vilans / Movisie.
-
Welschen, S., Lucas, P. & Hoijtink, M. (2021). Sociaal schaduwwerk in een wijk in Amsterdam Zuidoost. Een onderzoek naar ‘informele sociaal werkpraktijken’ in Holendrecht. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, p. 1.
-
Canoy, M., Smelik, J. & Ham, M. (red.) (2023). Zorgzame buurten. Inspirerende initiatieven die het systeem trotseren. Nederland Zorgt voor Elkaar / Vilans / Movisie.
-
Welschen, S. (2019). ‘Informele partijen zijn hulpverleningsgids voor wantrouwende Amsterdammers.’ In: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, 24 april 2019.
-
Albeda, Y., Swan, S. & Swildens. W. (2023) Op weg naar herstel met formele en informele steunstructuren. Rotterdam: Hogeschool Inholland; Welschen, S., Lucas, P. & Hoijtink, M. (2021). Sociaal schaduwwerk in een wijk in Amsterdam Zuidoost. Een onderzoek naar ‘informele sociaal werkpraktijken’ in Holendrecht. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.
-
Welschen, S., Lucas, P. & Hoijtink, M. (2021). Sociaal schaduwwerk in een wijk in Amsterdam Zuidoost. Een onderzoek naar ‘informele sociaal werkpraktijken’ in Holendrecht. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, p. 1.
-
Lucas, P., Hoijtink, M., Welschen, S. & Veldboer, L. (2021). ‘Naast ervaringskennis moeten we ook ‘nabije kennis’ erkennen.’ In: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, 21 december 2021.
-
Albeda, Y., Swan, S. & W. Swildens (2023). Op weg naar herstel met formele en informele steunstructuren. Rotterdam: Hogeschool Inholland.
-
Ibidem.
-
Canoy, M., Smelik, J. & Ham, M. (red.) (2023). Zorgzame buurten. Inspirerende initiatieven die het systeem trotseren. Nederland Zorgt voor Elkaar / Vilans / Movisie.
-
Karsten, L., Lupi, T. & Stigter-Speksnijder, M. (2012). ‘The middle classes and the remaking of the suburban family community: evidence
from the Netherlands.’ In: Journal of Housing and the Built Environment, 28(2), pp. 257-271.
-
Albeda, Y., Avest, D. ter & Breugel, I. van (2022). Superdiversiteit en sociale bindingen in de buurt. In: Snel, E., Geurs, R. & Permentier, M., Zicht op leefbaarheid. Tien essays over leefbaarheid in Rotterdamse wijken. Rotterdam: Kenniswerkplaats leefbare wijken.
-
Uyterlinde, M., Brock, A., Vries, S. de & J. Verloove (2023). Bijlage 1: literatuurstudie. Kennen is het niet, maar we komen elkaar hier wel tegen. Utrecht: Kennisplatform Inclusief Samenleven.
-
RVS (2021). Ruimte maken voor ontmoetingen. De buurt als sociale leefomgeving. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
-
Engbersen, R. (2021). Stap uit de inclusiekramp. Herwaardeer zelforganisatie. Utrecht: Movisie. Verkregen via: https://www.movisie.nl/artikel/stap-uit-inclusiekramp-herwaardeer-zelforganisatie, laatst geraadpleegd op 03-11-2023.
-
Logger, J. & Avest, D. ter (2021). Katendrecht als archipel van enclaves. Een publieke ontmoetingsplek in een gefragmenteerde wijk. In: Walraven, G. & Albeda, Y. (red.), Werken aan een meer rechtvaardige stad. De bijdrage van praktijkgericht onderzoek aan maatschappelijke opgaven. Rotterdam: Hogeschool Inholland, pp. 43-62.
-
Ibidem.
-
Engbersen, R. (2021). Stap uit de inclusiekramp. Herwaardeer zelforganisatie. Utrecht: Movisie. Verkregen via: https://www.movisie.nl/artikel/stap-uit-inclusiekramp-herwaardeer-zelforganisatie, laatst geraadpleegd op 03-11-2023.
-
Ibidem.
-
Zie ook Engbersen, R. & Janssen, J. (2022). ‘Laten we uit de inclusiekramp komen.’ In: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.
-
Rijnders, M., Jans, S., Aalhuizen, I., Detmar, S. & Crone, M. (2019). ‘Women-centered care: implementation of CenteringPregnancy in The Netherlands.’ In: Birth 46; Kweekel, L., Gerrits, T., Rijnders, M. & Brown, P. (2017). ‘The role of trust in CenteringPregnancy: building interpersonal trust relationships in group-based prenatal care in The Netherlands.’ In: Birth 44:1.
-
Kweekel, L., Gerrits, T., Rijnders, M. & Brown, P. (2017). ‘The role of trust in CenteringPregnancy: building interpersonal trust relationships in group-based prenatal care in The Netherlands.’ In: Birth 44:1
-
Ibidem.
-
Wagijo, M., Crone, M., Bruinsma-van Zwicht, B., Lith, J. van, Billings, D.L. & Rijnders, M. (2023). ‘Contributions of CenteringPregnancy to women’s health behaviours, health literacy, and health care use in the Netherlands.’ In: Preventive Medicine Reports, vol. 35.
-
Rijnders, M., Jans, S., Aalhuizen, I., Detmar, S. & Crone, M. (2019). ‘Women-centered care: implementation of CenteringPregnancy in The Netherlands.’ In: Birth 46; Kweekel, L., Gerrits, T., Rijnders, M. & Brown, P. (2017). ‘The role of trust in CenteringPregnancy: building interpersonal trust relationships in group-based prenatal care in The Netherlands.’ In: Birth 44:1.
-
Stichting Centering Nederland (z.d.). Handreiking Implementatie CenteringOuderschap, verkregen via: https://centeringzorg.nl/2023/04/26/handreiking-implementatie-centeringouderschap/, laatst geraadpleegd op 03-11-2023.
-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022/2023. Kamerstukken II, 3626552-1050315-DMO, p. 9.
-
Schrooten, M., Thys, R. & Debruyne, P. (2019). Sociaal Schaduwwerk. Over informele spelers in het welzijnslandschap. Brussel: Politeia.
-
Welschen, S., Lucas, P., Hoijtink, M. & Veldboer, L. (2020). Licht op Sociaal Schaduwwerk. Literatuurstudie naar (Nederlandse) informele sociaalwerkpraktijken die plaatsvinden onder de radar. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam/Werkplaats sociaal domein, p.*nbsp;8.
-
RVS (2022). Anders leven en zorgen. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
-
RVS (2022). Van schuld naar schone lei. Den Haag: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.